98
BUITENGEWOON ONDERHOUD
Het buitengewone onderhoud mag uitsluitend aan de hand van de onderstaande tabel worden verricht
door een Gespecialiseerd Technicus.
Verricht tevens het buitengewone onderhoud beschreven in handleiding voor gebruik en onderhoud
van de verbrandingsmotor.
ONDERHOUDSINTERVAL HANDELING
Na de eerste 50 bedrijfsuren • De olie in de pomp verversen.
Elke 200 uur • Het hydraulische circuit van de pomp controleren.
• De bevestiging van de pomp en de verbrandingsmotor controleren.
Elke 500 uur • De olie in de pomp en de olie in de reductor verversen.
• De kleppen voor de aanzuiging/toevoer van de pomp controleren.
• De bevestiging van de schroeven van de pomp controleren.
• De regelklep van de pomp controleren.
• De veiligheidsinrichtingen controleren.
WAARSCHUWING
• De gegevens van de tabel zijn slechts indicatief. Bij een bijzonder zwaar gebruik kan het nodig zijn
dat u de handelingen vaker verricht.
STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
STORINGEN OORZAKEN OPLOSSINGEN
De verbrandingsmotor
start niet, functioneert
onregelmatig of komt
tijdens de functionering
tot stilstand.
Raadpleeg de handleiding voor
gebruik en onderhoud van de
verbrandingsmotor.
Raadpleeg de handleiding voor gebruik
en onderhoud van de verbrandingsmotor
als de tank met brandstof is gevuld.
De hogedrukreiniger trilt
veel en maakt veel geluid.
Het filter (45) of (39) of (23) op de
watertoevoer (afhankelijk van het
model hogedrukreiniger) is vuil.
Neem de aanwijzingen in acht van de
paragraaf
“norMaal onderhoud”.
Luchtaanzuiging. Controleren of het aanzuigcircuit heel is.
Onvoldoende watertoevoer of het
water wordt op een te grote diepte
aangezogen.
Controleren of het kraantje helemaal
geopend is en of het debiet van het
waterleidingnet of de pompdiepte
overeenstemmen met de gegevens van
de paragraaf
"eigensChappen en teChnisChe
gegevens".
(wordt vervolgd op de volgende pagina)