NEDERLANDS
3.2.7 Geavanceerde instellingen
Instelling Beschrijving
Beacon Interval (20-1000) De tijdsduur waarmee dit access point een
“beacon” signaal uitzendt. De “beacon”” wordt
gebruikt voor de synchronisatie van het
draadloze netwerk.
RTS Threshold (256-2432) Als de pakketgrootte kleiner is dan de RTS-
drempel zal het access point voor de
verzending van het pakket niet het RTS/CTS-
mechanisme gebruiken.
DTIM Period (1-255) Dit is de interval van het DTIM-bericht
(“Delivery Traffic Indication Message”). Een
DTIM-veld is een aftelveld dat de draadloze
apparaten informeert over broadcast- en
multicast-berichten. Als het access point
gebufferde broadcast- of multicast-berichten
voor verbonden apparaten heeft, stuurt het het
volgende DTIM-bericht met de gekozen DTIM-
interval/tijdsduur. Apparaten die verbonden zijn
met het access point horen de “beacon”
signalen en verlaten de standby-stand om de
broadcast- en multicast-berichten te
ontvangen.
Protection Mode Dit zorgt voor de beste prestaties bij 11g-
overdracht, als dit is ingeschakeld.
Transmit Rate 802.11b mode: snelheden tot 11 Mbps