20
Methode programmatie
Met de methode programmatie kunnen tot 9 verschillende methoden, elk met 9 stappen, van veel gebruikte
parameters in het geheugen opgeslagen worden voor later gebruik. Elke stap kan een volgende oproepen
voor speciale technieken met meervoudige stapfunctie. Voor elke stap kan ook een lineaire spanningsgradiënt
geprogrammeerd worden indien de stroom- en vermogens-limieten niet overschreden worden. De
parameters van de lopende stap kunnen tijdelijk gewijzigd worden zonder het experiment te onderbreken.
Ga na of het toestel wel degelijk uitgeschakeld is
Verbind de elektroforesekamer met het toestel.
Schakel het toestel aan. Indien na het aanschakelen de tijdsklok nog steeds loopt zal de voeding
automatisch verder gaan met een procedure voor de nog overblijvende tijd. Een tijdelijk menu wordt
afgebeeld. Kies JA binnen de 15 seconden om de lopende procedure te onderbreken. Kies NEE of
wacht 15 seconden om de lopende procedure verder te zetten.
Kies METHODE en druk op SET:
Kies de gewenste metyhode en druk SET:
Indien voorheen meerdere stappen
werden geprogrammeerd, Kies de
gewenste stap en druk SET:
Geef de gewenste spanningslimiet in
en druk op SET :
In het geval van een spanningsgradiënt
dient de gewenste eindspanning
ingegeven te worden. Het eindpunt van
de vorige stap is dan de beginwaarde
voor deze stap. Dit is 0 V indien in het
geval van de eerste stap.
Geef de gewenste stroomlimiet in en
druk op SET :
Deze limiet staat automatisch op het
maximum en kan niet worden gewijzigd
in het geval van een spanningsgradiënt.