84
NEDERLANDS
• Haal de lader niet uit elkaar; breng de lader naar een
officieel servicecentrum wanneer service of reparatie
nodig is. Onjuiste montage kan leiden tot het risico van een
elektrische schok, elektrocutie ofbrand.
• Als het netsnoer is beschadigd, moet het onmiddellijk worden
vervangen door de een servicemonteur van de fabrikant of een
dergelijk vakbekwaam persoon, zodat risico isuitgesloten.
• Trek, voordat u met reinigingswerkzaamheden begint,
de stekker van de lader uit het stopcontact. Er is dan
minder risico van een elektrische schok. Het risico is niet
minder wanneer u de accuuitneemt.
• Sluit NOOIT twee ladersop elkaaraan.
• De lader is ontworpen voor een gewone huishoudelijke
elektrische installatie van 230V. Gebruik de lader niet op
een andere spanning. Dit geldt niet voor de 12V-lader.
Een accu opladen (Afb.[Fig.]B)
1. Steek de stekker van de lader in een geschikt stopcontact
voor u de accuplaatst.
2. Plaats de accu
14
in de lader, en let er daarbij op dat de
accu geheel in de lader komt te zitten. Het rode lampje
(opladen) knippert herhaaldelijk en dat duidt erop dat de
laadprocedure isgestart.
3. Een volledig opgeladen accu wordt aangegeven door het
rode lampje dat constant AAN blijft. De accu is nu volledig
opgeladen en kan worden gebruikt of kan in de acculader
blijven zitten. Om de accu uit de lader te nemen, drukt u op
de accu‑vrijgaveknop
15
op deaccu.
OPMERKING: U kunt maximale prestaties en levensduur van
lithium‑ion‑accu's garanderen door de accu's volledig op te
laden voor u deze voor het eerst in gebruikneemt.
Werking van de lader
Raadpleeg onderstaande indicatoren voor de laadstatus van
deaccu.
Laadindicatoren
F
Bezig met opladen
I
G
Geheel opgeladen
J
H
Vertraging Hete/Koude Accu*
K
* Het rode lampje blijft knipperen, maar er brandt ook een geel
indicatielampje wanneer de functie actief is. Wanneer de accu
een geschikte temperatuur heeft bereikt, gaat het gele lampje
uit en hervat de lader delaadprocedure.
De geschikte lader(s) laden niet een kapotte accu op. Wanneer
de laadindicator niet gaat branden, is dat een teken dat de accu
kapotis.
OPMERKING: Dit kan ook betekenen dat er iets mis is met
deoplader.
Als de lader laat zien dat er een probleem is, laat de lader en de
accu dan testen door een geautoriseerdservicecentrum.
WAARSCHUWING: Gevaar voor elektrische schok. Laat
geen vloeistof in de lader dringen. Dit zou kunnen leiden
tot een elektrischeschok.
WAARSCHUWING: Wij adviseren u een
aardlekschakelaar te gebruiken met een nominale
reststroomwaarde van 30mA ofminder.
VOORZICHTIG: Gevaar voor brandwonden. Beperk het
risico van letsel, laad uitsluitend DeWALT oplaadbare
accu's op. Andere typen accu's zouden uit elkaar
kunnen barsten en persoonlijk letsel en materiële
schadeveroorzaken.
VOORZICHTIG: Er moet op worden toegezien dat
kinderen niet met het gereedschap kunnenspelen.
OPMERKING: Onder bepaalde omstandigheden,
wanneer de stekker van de lader in het stopcontact zit,
kunnen de niet-afgeschermde laadcontacten binnenin
de lader door materiaal of een voorwerp worden
kortgesloten. Bepaalde materialen die geleidend zijn,
zoals, maar niet uitsluitend, staalwol, aluminiumfolie of
een opeenhoping van metaalachtige deeltjes, kunnen
beter bij de holtes van de lader worden weggehouden.
Trek altijd de stekker uit het stopcontact wanneer er geen
accu in de lader zit. Trek de stekker van de lader uit het
stopcontact voor u de lader gaatreinigen.
• Probeer NIET de accu op te laden met andere laders dan
de laders die in deze handleiding worden genoemd. De
lader en de accu zijn speciaal voor elkaarontworpen.
• Deze laders zijn niet bedoeld voor andere toepassingen
dan het opladen van DeWALT oplaadbare accu's. Andere
toepassingen kunnen leiden tot brand, een elektrische schok
ofelektrocutie.
• Stel de lader niet bloot aan regen ofsneeuw.
• Trek aan de stekker van de lader en niet aan het snoer
wanneer u de stekker uit het stopcontact wilt halen. Er
is dan minder risico op beschadiging van het snoer en van
destekker.
• Controleer dat het snoer zo is geplaatst dat niemand
erop kan stappen of erover kan struikelen of het snoer
op andere wijze beschadigd of bekneldraakt.
• Gebruik alleen een verlengsnoer als dat absoluut
noodzakelijk is. Gebruik van een ongeschikt verlengsnoer
kan leiden tot het risico van brand, elektrische schok
ofelektrocutie.
• Plaats niet iets boven op een lader en plaats de lader
niet op een zacht oppervlak omdat hierdoor de
ventilatiesleuven kunnen worden geblokkeerd en de
lader binnenin veel te heet wordt. Plaats de lader niet in de
buurt van een warmtebron. De lader wordt gekoeld door de
ventilatiesleuven boven en onder in debehuizing.
• Werk niet met de lader met een beschadigd snoer of
een beschadigde stekker—laat eventuele beschadigde
onderdelen onmiddellijkvervangen.
• Gebruik de lader niet als er hard op is geslagen, als de
lader is gevallen of op een andere manier beschadigd is.
Breng de unit naar een officieelservicecentrum.