92
NEDERLANDS
OPMERKING: Het merkteken met het woord Bluetooth® en
logo's zijn geregistreerde handelsmerken die eigendom zijn van
Bluetooth®, SIG, Inc. en ieder gebruik van dergelijke merktekens
door
is onder licentie. Overige handelsmerken en
merknamen zijn eigendom van hun respectievelijkeeigenaren.
OPMERKING: Voor de Tool Connect™ App gelden
aparte voorwaarden en condities die u kunt inzien via de
mobieleapplicatie.
Download de
Tool Connect™ applicatievan:
• Plaats een volledig opgeladen 18V-accu in het gereedschap.
Raadpleeg De accu in het gereedschap zetten en uit het
gereedschapverwijderen.
• Volg voor het aanmaken van uw Tool Connect™-account de
instructies in deapp.
• Selecteer op het Home-scherm van de app "+ Tool"
en begin zo de procedure voor het toevoegen van uw
gereedschap aan deapp.
• Druk, wanneer u het gereedschap met de
Tool
Connect™-app wilt verbinden, in het juiste scherm 3 – 5
seconden op de standenselectieknop
14
en wacht tot de
verbinding met het gereedschap tot stand is gebracht. Het
gereedschap kan maar met één Tool Connect™-account
tegelijkertijd wordenverbonden.
• Wanneer het gereedschap eenmaal is verbonden, kunt u
bevestigen dat u het product wiltregistreren.
Knoopcelbatterij
De Bluetooth®-functie wordt gevoed door één knoopcelbatterij
in uw gereedschap, die wanneer dat nodig is, moet worden
vervangen door het
-servicecentrum ter plaatse.
Probeer niet zelf de knoopcelbatterij tevervangen.
WAARSCHUWING: Explosiegevaar als de accu niet goed
wordtgeplaatst.
WAARSCHUWING: SLIK DE BATTERIJ NIET IN, RISICO
VAN CHEMISCHE BRANDWONDEN. Dit product
bevat een knoopcelbatterij. Als de knoopcelbatterij
wordt ingeslikt, kan dat in slechts 2 uur ernstige interne
brandwonden veroorzaken en dodelijke gevolgenhebben.
• Houd nieuwe en gebruikte batterijen buiten het
bereik van kinderen. Als het batterijvak niet stevig kan
worden gesloten, gebruik het product dan niet meer
en houd het buiten het bereik vankinderen.
• Als u denkt dat er batterijen zijn ingeslikt of op andere
wijze in het lichaam terecht zijn gekomen, roep dan
onmiddellijk medische hulpin.
• Als de inhoud van de knoopcelbatterij in contact komt
met de huid, was het gebied dan onmiddellijk met
een milde zeepoplossing en water. Als vloeistof uit de
knoopcelbatterij in contact komt met de ogen, spoel
het geopende oog dan uit gedurende 15 minuten uit
of tot de irritatie over is. Als medische zorg nodig is, is
het goed te weten dat de batterij-elektrolyt bestaat uit
een organische vloeistof enlithiumzouten.
• Gooi het toestel niet in het vuur en gooi het niet weg
bij het huishoudafval! Gereedschap dat niet meer
werkt, moet apart worden ingezameld en worden
teruggebracht naar een recycling-voorziening
waar het op milieuverantwoorde wijze kan
wordenverwerkt.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u de accu, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letselveroorzaken. Uitzondering—Voor
functies van Tool Connect™ moet een accu zijngeplaatst.
OPMERKING: Controleer altijd de configuratie
voordat u het gereedschap gebruikt. Als u niet goed
weet wat de actuele configuratie is, druk dan op de
standenselectieknop
14
(Afb. D) en zet het gereedschap
in de standaardconfiguratie af-fabriek zoals wordt
beschreven op het label en in dezehandleiding.
Juiste positie van de handen (Afb. K)
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, dient u ALTIJD de handen in de
juiste positie te hebben, zoalsafgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotselingreactie.
De juiste positie van de handen betekent één hand aan de
hoofdgreep
12
, terwijl u met de andere hand de zijhandgreep
13
vasthoudt.
Bediening schroevendraaien (Afb. E)
1. Selecteer het gewenste bereik voor snelheid/
aanhaalmoment met de snelheidsverstelling met
drie standen
4
bovenop het gereedschap. Gebruikt
u de stelkraag aanhaalmoment
3
, zet dan eerst de
snelheidsverstelling op snelheid 2 of 3. Dit waarborgt
effectieve controle over het bevestigingsmateriaal, zodat de
schroef goed kan worden geplaatst en volgens specificatie
kan worden ingedraaid. Snelheid 1 biedt hetzelfde
koppeldraaimoment als snelheden 2 en 3. Voor optimale
prestaties van de elektronische koppeling verdienen de
snelheden 2 en 3 echter devoorkeur.
OPMERKING: Gebruik eerst de laagste stand voor het
aanhaalmoment (1) en ga naar een hoger nummer tot
aan de hoogste instelling (11) voor het indraaien van het
bevestigingsmateriaal tot de gewenste diepte. Hoe lager het
nummer, hoe lager hetaanhaalmoment.
2. Stel de stelring torsieaanpassing
3
opnieuw in op de juiste
getalsinstelling voor de gewenste torsie. Voer een paar tests
uit in afval of onzichtbare gebieden om de juiste positie van
de stelring torsieaanpassing tebepalen.