RMDT10.5(X)T Koelkast-ovencombinatie monteren
77
Neem bij de montage van de koelkast volgende aanwijzingen in acht:
• Voor een optimale circulatie van het koudemiddel mag de koelkast een hellings-
hoek van hooguit 3° hebben.
Parkeer het voertuig hiervoor horizontaal.
• De koelkast moet zodanig worden geïnstalleerd dat:
– de koelkast eenvoudig toegankelijk is voor onderhoud.
– de koelkast eenvoudig kan worden gedemonteerd en gemonteerd.
– de koelkast eenvoudig uit het voertuig kan worden verwijderd.
• De koelkast-ovencombinatie moet in een nis worden ingebouwd, zodat hij bij
beweging van het voertuig vast staat. Noteer hiervoor de afmetingen in
afb. 1, pagina 4.
• In de buitenwand moeten een beluchtingsopening (afb. 2 1, pagina 5) en een
ontluchtingsopening (afb. 2 2, pagina 5) met ventilatierooster voorhanden zijn
om de warmte die ontstaat goed naar buiten te kunnen leiden:
– Beluchtingsopening: Beluchtingsrooster moet indien mogelijk in een lijn met
de ondergrond van de inbouwnis zijn en een diameter hebben van hooguit
400 cm².
– Ontluchtingsopening: zo ver mogelijk boven de koelkast.
– De afstand tussen beluchtingsopening en ontluchtingsopening moet min-
stens 1250 mm bedragen (afb. 4, pagina 6).
• Indien het ventilatierooster van de beluchtingsopening niet in een lijn met de
ondergrond kan worden ingebouwd, moet ook een beluchtingsopening
(afb. 2 6, pagina 5) in de ondergrond voor het afvoeren van uitgetreden gas
worden aangebracht.
• Monteer boven de koelkast een niet-ontvlambare warmtegeleideplaat
(afb. 2 3, pagina 5) zodat zich geen warmte in het voertuig verzamelt.
• De afstand tussen de koelkast en achterwand moet minstens 15 mm maat niet
meer dan 25 mm bedragen.
• Een afstand van meer dan 25 mm tussen koelkast en achterwand leidt tot vermo-
gensverlies en een verhoogd energieverbruik van de koelkast. Verklein de holle
ruimte achter de koelkast zodanig dat voldoende be- en ontluchting is gegaran-
deerd (afb. 5, pagina 6). Gebruik hiervoor bijvoorbeeld een luchtgeleidings-
plaat.