NL
- 75 -
6. Bediening
 6.1 Laden van de LI-accupack (fi g. 2-3)
1.  De accupack (5) de handgreep uit trekken 
terwijl u de grendelknop (8) omlaagdrukt.
2.  Vergelijk of de netspanning vermeld op het 
kenplaatje overeenkomt met de voorhanden 
zijnde netspanning. Steek de netstekker van 
de lader (6) het stopcontact in. De groene 
LED begint te knipperen.
3.  Schuif de accu op de lader.
Onder punt 10 (indicatie lader) vindt u een tabel 
met de betekenissen van de LED-indicatie op de 
lader.
Als het accu-pack niet kan opgeladen worden, 
vergewis U zich dan dat de 
• 
 netspanning aan het stopcontact voorhanden 
is 
• 
 en dat een perfect contact van de laadcon-
tacten van de oplader verzekerd is.
Als het laden van het accu-pack nog altijd niet 
mogelijk is, gelieve dan
• 
 de  oplader
• 
 en het accu-pack
aan onze service-afdeling te sturen.
In het belang van een lange levensduur van de 
accupack is het aan te raden om tijdig voor het 
herladen van de LI accupack te zorgen. Dit is 
in ieder geval noodzakelijk wanneer u vaststelt 
dat het vermogen van de accuschroevendraaier 
vermindert. 
6.2 Koppelafstelling (fi g. 4, pos. 1)
Let op! Stelring voor het koppel enkel bij stil-
stand instellen.
De accuschroevendraaier is voorzien van een 
mechanische koppelafstelling.
Het koppel voor een bepaalde schroefgrootte 
wordt aan de stelring ingesteld. Het koppel is af-
hankelijk van meerdere factoren:
• 
 van de aard en de hardheid van het te bewer-
ken materiaal
• 
 van de aard en de lengte van de gebruikte  
schroeven
• 
 van de eisen die aan de schroefverbinding 
gesteld worden.
Het bereiken van het koppel wordt door het rate-
lend ontkoppelen van de koppeling gesignaleerd.
6.3 Boren (fi g. 4, pos. 1)
Om te boren brengt U de instelring voor het kop-
pel in de laatste stand ”boor” (fi g. 1). In de stand 
”boren” is de slipkoppeling buiten werking. Tijdens 
het boren is het maximumkoppel beschikbaar.
6.4 Draairichtingsschakelaar (fi g. 5, pos. 3)
Met behulp van de schuifschakelaar boven de 
in-/uitschakelaar kunt U de draairichting van Uw 
accu-schroefmachine instellen en de machine 
tegen ongewild inschakelen beveiligen. U kunt 
kiezen tussen links- en rechtsdraaiend. Teneinde 
een beschadiging van het drijfwerk te voorkomen 
mag alleen in stilstand op een ander draairichting 
omgeschakeld worden. Als de schuifschakelaar 
in het midden staat, is de in-/uitschakelaar geb-
lokkeerd.
6.5 In-/uitschakelaar (fi g. 5, pos. 4)
Met de in-/uitschakelaar kunt U de snelheid 
traploos regelen. Hoe meer U de schakelaar 
indrukt, hoe hoger is het toerental van Uw accu-
schroefmachine. 
6.6  Verschakelen versnelling 1 - versnelling 2 
(fi g. 4, pos. 7)
Naargelang van de stand van de omschakelaar 
kunt u met een hoger of lager toerental werken. 
Het overschakelen naar een ander toerental mag 
enkel in stilstand gebeuren teneinde het aandrijf-
mechanisme niet te beschadigen.
6.7 Accucapaciteitsaanduiding (fi g. 6, pos. 2)
Druk op de schakelaar voor accucapaciteitsaan-
duiding (a). De accucapaciteitsaanduiding (2) 
signaleert de laadtoestand van de accu aan de 
hand van 3 LEDs.
Alle 3 LED’s branden:
de accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden
De accu beschikt over een voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu.
Alle LEDs knipperen:
De accu werd diep ontladen en is defect. Een de-
fecte accu mag niet meer gebruikt en opgeladen 
worden.
Anl_TE_CD_18_2_Li_Kit_SPK7.indb   75Anl_TE_CD_18_2_Li_Kit_SPK7.indb   75 02.09.15   16:4202.09.15   16:42