Interface
● Oplaadindicator: Het ledlampje brandt rood wanneer het apparaat wordt opgeladen. Het ledlampje brandt
groen wanneer het apparaat volledig is opgeladen.
● Activator: Druk de activator in om momentopnames te maken. Wanneer u de activator indrukt terwijl de
laserfunctie is ingeschakeld, zet u het laserlicht aan/uit.
● USB-poort: Hiermee laadt u het apparaat op of exporteert u bestanden met behulp van de USB-kabel.
● Aansluiting voor statief: Om aan te sluiten op UNC 1/4”-20-statief.
3. Het apparaat opladen
Nadat het apparaat is opgestart, geeft het scherm de batterijstatus weer. Laad het apparaat op als de batterij
bijna leeg is om een correcte werking te garanderen.
Laad het apparaat voor de eerste keer meer dan 8 uur op wanneer het is ingeschakeld.
Opmerking:
De ingebouwde celbatterij die de realtimeklok (RTK) van het apparaat van stroom voorziet, kan leeg raken
tijdens langdurig transport of opslag. Voor het goed functioneren van de apparaatklok wordt aanbevolen
om de RTK-batterij op te laden.
Om de RTC-batterij volledig op te laden, moet aan de volgende vereisten worden voldaan:
a) De oplaadbare lithiumbatterijen moeten in het apparaat worden geplaatst.
b) Het apparaat moet langer dan 8 uur blijven werken voordat het wordt uitgeschakeld.
Stappen
1. Til het USB-klepje op.