2
Bedek de lens om de correctie uit te voeren.
Hiermee verlaat u het menu of keert u terug naar het vorige menu.
Verstel de brandpuntsafstand van de lens.
Druk de activator in om momentopnames te maken. Houd de activator
ingedrukt om video’s op te nemen.
U kunt het apparaat opladen en bestanden exporteren met de meegeleverde
kabel.
3. Het apparaat opladen
Nadat het apparaat is opgestart, geeft het scherm de batterijstatus weer. Laad het apparaat op als de batterij
bijna leeg is om een correcte werking te garanderen.
Laad het apparaat voor de eerste keer op gedurende 48 tot 72 uur, terwijl het apparaat is ingeschakeld.
3.1 Het apparaat opladen via de kabelinterface
Stappen
1. Til het lipje van de interface.
2. Sluit de kabel aan om het apparaat op te laden.
3.2 Het apparaat opladen via een oplaadstation
Een oplaadstation dient apart te worden aangeschaft.
Stappen:
1. Houd het apparaat vast en druk beide batterijvergrendelingsgrepen van het apparaat in.
Batterijvergrendelingsgreep
Batterijhouder
2. Houd de grepen in en trek aan de batterijhouder om de batterij eruit te halen.
3. Plaats de batterij in het oplaadstation. U kunt de laadstatus zien via het controlelampje op het
oplaadstation.