EasyManua.ls Logo

Honeywell CENTRALINE CLCM1H112 - Page 14

Honeywell CENTRALINE CLCM1H112
16 pages
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
DIGITALE WANDMODULES CLCM1H, 6H, 6T INSTALLATIE-INSTRUCTIES
MU1Z-0902GE51 R0416C 14
Bedrading/voeding
Bedrading met PANTHER
OPMERKING: U moet altijd eerst de DWM aansluiten en dan pas
de software van de PANTHER installeren.
Sluit de draden als volgt aan:
1. Strip een stuk isolatie van 5 mm van de draad.
2. Steek de draad in de juiste aansluiting en draai de
schroef aan om de draad vast te zetten.
3. Controleer of de DWM is bedraad volgens Tabel 2.
Tabel 2. Aansluitingen (PANTHER)
DWM-
aansluiting
functie
PANTHER-
aansluiting
1
algemeen
Zie COACH-
uitdraai.
2
temperatuursensor
3
richtwaarde
4
ventilator/bypass
5
LED-ingang (min. 5 Vdc, I
3 mA)
--
6
niet gebruikt
--
7
uitgang luchtvochtigheid
Zie COACH-
uitdraai.
8
24 Vac/dc van controller, I
MAX
6 mA, met een geldig bereik van
18 V (I
MAX
2,4 mA) tot en met
27 V (I
MAX
10 mA)
8, 32
Wanneer de volledige bedrading is aangebracht, plaatst u de
kap van de DWM weer terug, zoals Afb. 1 wordt getoond.
OPMERKING: Zie de sectie “Voeding indien bedraad met
PANTHER” voor specifieke vereisten voor de
bedrading.
Voeding indien bedraad met PANTHER
LET OP
Laagspanningsapparatuur. Risico van schade aan
apparatuur.
Als de DWM wordt gevoed door een externe voeding
van 24 Vac, moet die voeding voldoen aan de Klasse
II-bepalingen. Dus transformatoren mogen niet meer
vermogen hebben dan 100 VA. In Europa moet voor
elke installatie van dit product een transformator
worden gebruikt die een CE-markering heeft en
voldoet aan de Low Voltage Directive (LVD, Europese
richtlijn voor laagspanningsapparatuur).
Als de DWM wordt gevoed met 24 Vac, heeft het DWM een
energieverbruik van 0,2 VA. De DWM vereist geen speciale
transformator. Als de DWM permanent is aangesloten op de
PANTHER, kan de DWM worden gevoed
met 24 Vac/dc vanaf PANTHER-aansluiting 2 (via DWM-
aansluiting 8; gebruik een draad van min. 1,0 … 1,5 mm
2
)
of
met 18…27 Vac/dc vanaf PANTHER-aansluiting 32
(via DWM-aansluiting 8).
Bedrading met de SERVAL (alleen CLCM6T21N)
LON
3
21 4
5
6 23
24
7
8
GND
9
LED
10
FAN
11
DI2
12
DI1
SET
SENS
GND
T7460 / T7560
5
3
4
2 1
triac
0.5 A
F2.5H
3A10A
13
14
15 18
17
16
III II I
L
N
230 V
fan
1920
2122
close
open
close
open
com
com
2526
OUT1 OUT2
230 Vac
~ ~
230 V
Afb. 3. Bedrading van CLSE1L230
LON
3
21 4
5
6 23
24
7
8
GND
9
LED
10
FAN
11
DI2
12
DI1
SET
SENS
GND
T7460 / T7560
5
3
4
2 1
triac
0.5 A
F2.5H
3A10A
13
14
15 18
17
16
III II I
L
N
24 V
fan
1920
2122
close
open
close
open
com
com
2526
OUT1 OUT2
24 Vdc
~ ~
24 V
Afb. 4. Bedrading van CLSE1L24
Sluit de draden als volgt aan:
1. Strip een stuk isolatie van 5 mm van de draad.
2. Steek de draad in de juiste aansluiting en draai de
schroef aan om de draad vast te zetten.
3. Controleer of de DWM is bedraad volgens Tabel 3.
Tabel 3. Aansluitingen (SERVAL)
DWM-
aansluiting
functie
SERVAL-
aansluiting
1
algemeen
6, 8
2
temperatuursensor
5
3
richtwaarde
4
4
bypass/ventilator
10
5
LED-ingang, 5 Vdc (I
MAX
= 3 mA)
tot en met 15 Vdc (I
MAX
= 4 mA)
9
6
niet gebruikt
--
7
niet gebruikt
--
8
niet gebruikt
--
Wanneer de volledige bedrading is aangebracht, plaatst u de
kap van de DWM weer terug, zoals in Afb. 1 wordt getoond.
OPMERKING: Zie de sectie “Voeding indien bedraad met SERVAL
(alleen CLCM6T21N)” voor specifieke vereisten voor
de bedrading.
Voeding indien bedraad met SERVAL (alleen CLCM6T21N)
Als de CLCM6T21N permanent is aangesloten op de
SERVAL, moet deze module niet worden gevoed door
een externe voeding. In plaats daarvan moet de module
worden gevoed met 5 Vdc (I
MAX
= 3 mA) tot en met 15 Vdc
(I
MAX
= 4 mA) alleen afkomstig van SERVAL-aansluiting 9
(via DWM-aansluiting 5).

Related product manuals