4.4 Wijzigingen opslaan of annuleren
VERGEET UW COFIGURATIE IET OP TE SLAA!!
Merk op dat als alle LED-lampjes van het paneel achtereenvolgens oplichten nadat u een
configuratie hebt opgeslagen, één of meer parameters zijn ingesteld met een onjuiste waarde.
De installatie kan niet worden voltooid tot dit is opgelost. Start het programmeren opnieuw.
4.5 De installatie testen
CENTRALEDIAG.
————————
BATTERIJ KO
SABOTAGE OK
230V CENTR. KO
UITG. (
)
MODULE DIAG.
———————
BATTERIJ OK
SABOTAGE KO
SUPERV KO
ANDER OK
UITG. (
)
TRANSM. DIAG.
————————
GSM KO
GPRS KO
PSTN OK
ETHERNET OK
GSM NIVEAU 0
GEREED (OK/
)
Storingen controleren op het paneel en de perifere apparatuur:
De status van de netwerkverbinding controleren:
1-REGISTER
2-MODULES
3-PARAMETERS
4-DATUM EN TIJD
5-SYSTEEMDIAG.
6-TRANSM. DIAG.
7-RADIOSCAN
8-VERLATEN
9-OPSLAAN+UITG.
1-REGISTER
2-MODULES
3-PARAMETERS
4-DATUM EN TIJD
5-SYSTEEMDIAG.
6-TRANSM. DIAG.
7-RADIOSCAN
8-VERLATEN
9-OPSLAAN+UITG.
CENTRALEVERSIE
————————
KLANT ..X.......
Ref tech S/W ver ..
SN: ………………...
VAT: 7.56 …………..
UITG. (
)
De versie van het paneel wordt aangeduid voor de standaardinstellingen: aanduiding/klant,
productiereferentie, softwareversie, serienummer en notatie van BTW-gegevens.
“OVERIGE” op het scherm Status apparaat geeft specifieke fouten aan op een apparaat, bv. een vuile
rookkamer in een rookdetector.
61
NederlandsProgrammeren