Display van het
bedieningspaneel
Controleer of het netsnoer is aangesloten op een 1)
functionerende wandcontactdoos.
Controleer of het apparaat is ingeschakeld. Zie pagina 10 2)
voor meer informatie.
Als de statuslampjes aan de linkerkant van het 3)
bedieningspaneel functioneren, controleert u het contrast
van het bedieningspaneel met behulp van het wieltje voor
de regeling van de helderheid.
Een knop op het aanraakscherm wordt
grijs weergegeven met uitroeptekens (!)
Controleer of de scannervergrendeling is ontgrendeld. Zie 1)
pagina 6 voor meer informatie.
Schakel het apparaat uit en vervolgens weer in.2)
Het apparaat herkent geen Letter-/A4-
papier dat in de lade is geplaatst
Controleer of het papier juist is geplaatst. Zie pagina 8 voor
meer informatie.
Reageert niet of er is een onjuiste
respons op de aanraking.
Schakel het apparaat uit.1)
Houd de toetsen # en C ingedrukt terwijl u het apparaat 2)
inschakelt.
Laat de toetsen los wanneer een vierkantje in de linker 3)
bovenhoek verschijnt.
Raak het vierkantje aan met een pen. 4) Voorzichtig: Raak
het vierkantje in de linker bovenhoek slechts EENMAAL
aan: het puntje verdwijnt niet wanneer het wordt
aangeraakt. Zodra het vierkantje wordt aangeraakt,
verschijnt een ander vierkantje in de rechter benedenhoek.
Beide vierkantjes verschijnen tegelijkertijd.
Raak het vierkantje in de rechter benedenhoek aan met een 5)
pen.
De kalibratie is voltooid en het apparaat gaat door met 6)
opstarten.
Controleer de netwerk- of de USB-kabel. Zie pagina 9 of 1)
15 voor meer informatie. Als u een netwerkkabel gebruikt,
moeten het groene en gele lampje bij de poort branden.
Als u afdrukt vanaf een netwerk, drukt u een 2)
configuratiepagina af en controleert u of het IP-adres correct
is.
Installeer de printerdriver opnieuw.3)
Controleer of de oranje verpakkingstape en het karton is 1)
verwijderd. Zie pagina 4 en 6 voor meer informatie.
Controleer of u papier gebruikt dat wordt ondersteund. Zie 2)
de gebruikershandleiding op de cd voor meer informatie.
Controleer of het papier juist is geplaatst. Zie 3)
pagina 8 voor meer informatie.
Controleer of de beschermingsstrook is verwijderd van de
printcartridge. Zie pagina 7 voor meer informatie.
De knoppen op het aanraakscherm
worden grijs weergegeven
Controleer of de scannervergrendeling is ontgrendeld. Zie 1)
pagina 6 voor meer informatie.
Schakel het apparaat uit en vervolgens weer in.2)