NL – NEDERLANDS
71
a
Veldsterkten van vaste zenders, zoals basisstations voor draagbare telefoons
(mobiel/draadloos) en mobiele radio's, amateurradio, AM- en FM-radiozenders
en TV-zendstations kunnen niet nauwkeurig theoretisch worden voorspeld. Voor
het beoordelen van de elektromagnetische omgeving die door vaste RF-zenders
wordt gecreëerd, moet een elektromagnetische meting ter plaatse worden
overwogen. Indien de gemeten veldsterkte in de ruimte waarin de locator wordt
gebruikt het bovenstaande toepasselijke RF-compliantieniveau overschrijdt,
moet worden geverifieerd of de positioneringstools normaal functioneren.
Wordt een afwijkende werking vastgesteld, dan zijn mogelijk aanvullende
maatregelen nodig, zoals een andere oriëntatie of verplaatsing van de toolkit.
b
Binnen het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz, moeten de veldsterkten
lager zijn dan 3 V/m.
Tabel 4
Aanbevolen scheidingsafstanden tussen draagbare en mobiele
RF-communicatieapparatuur en de toolkit
Nominaal
maximaal
uitvoerver-
mogen van
de zender
W
Scheidingsafstand in relatie tot zenderfrequentie m
150 kHz tot 80 MHz
d
= 1,2 √
P
80 tot 800 MHz
d
= 1,2 √
P
800 MHz tot 2,5 GHz
d
= 2,3 √
P
0,01 0,12 0,12 0,23
0,1 0,38 0,38 0,73
1 1,2 1,2 2,3
10 3,8 3,8 7,3
100 12 12 23
Voor zenders waarvan het maximale uitgangsvermogen hierboven niet is
vermeld, kan de aanbevolen scheidingsafstand d in meter (m) worden geschat
met behulp van een vergelijking die voor de frequentie van de zender geldt,
waarbij P het maximale uitgangsvermogen van de zender in wa (W) is, zoals
aangegeven door de fabrikant van de zender.
OPMERKING 1: bij 80 MHz en 800 MHz geldt de scheidingsafstand voor de
hogere frequentiewaarde.
OPMERKING 2: deze richtlijnen zijn mogelijk niet van toepassing in alle situaties.
Elektromagnetische voortplanting wordt beïnvloed door absorptie en reflectie
door structuren, objecten en mensen.