66
of medicijnen bent. Tijdens het werk met een
elektrisch apparaat kan zelfs de kortst durende
onoplettendheid leiden tot zeer ernstige
verwondingen.
b) Gebruikpersoonlijke
beschermingsmiddelen. Draagaltijd een
bescherming voor de ogen. Persoonlijke
beschermingsmiddelen zoals beschermbril,
stofmasker, antislipveiligheidsschoenen
veiligheidshelm en gehoorbescherming dragen
aanzienlijk bij aan een vermindering van de kans
op letsel.
c) Voorkomdat het apparaat per ongeluk
start.Zorg dat alle schakelaars of knoppen
uitgeschakeld zijn, voordatu
het apparaat op de stroomvoorziening
aansluitControleer dit ook voordat u de accu
aansluit of het apparaat optilt of draagt.
Wanneer u een elektrisch apparaat draagt met
uw vingers bij de schakelaar of wanneer u een
elektrisch apparaat draagt terwijl het nog draait,
kunnen er zeer snel ongelukken gebeuren.
d) Verwijderalle instelwerktuigen of
bevestigingswerktuigen voordat u het
elektrische apparaat inschakelt. Wanneer
er werktuigen vastzitten aan een draaiend
onderdeel van het elektrische apparaat, dan kan
dit tot zeer ernstig letsel leiden.
e) Verlies nooit uw evenwicht. Let steeds goed
op uw evenwicht en zorgdat u stevig staat. Zo
behoudt u ook bij onvoorziene gebeurtenissen
de controle over het elektrische apparaat.
f) De juiste kleding. Draaggeen loszittende
kleding of sieraden. Zorgdat uw haar, kleding en
handschoenen uit de buurt van de bewegende
delen blijven.Losse kleding,sieraden en lang
haar kunnen door de bewegende delen worden
meegetrokken.
g) Wanneer u gebruik maakt van apparatuur
voor het opzuigen en verzamelen van
stof, zorger dan voor dat deze correct zijn
aangesloten en ze correct worden gebruikt.
Wanneer u het stof wegzuigt en verzamelt dan
vermindert dit ook de risico's die samenhangen
met de aanwezigheid van stof.
4) Elektrische apparaten correct gebruiken en
onderhouden
a) Gebruikhet elektrische apparaat nooit voor
andere doelen dan waarvoor het bestemd
is. Gebruikt het juiste elektrische apparaat
voor de op dat momentvan toepassing zijnde
situatie. Met het juiste elektrische apparaat voert
u een klus beter en veiliger uit.
b) Gebruikeen elektrisch apparaat niet
wanneer het niet correct in- en uitgeschakeld
kan worden. Elektrische apparaten die niet
kunnen worden bediend met behulp van de
schakelaars of knoppen, zijn gevaarlijk en
moeten worden gerepareerd.
c) Trekaltijd de stekker uit het stopcontact
en/of koppelaltijd de accu van het elektrische
apparaat los wanneer u het apparaat instelt
of afstelt, wanneer u onderdelen vervangt en
wanneer u het apparaat niet gebruikt/opslaat.
Deze preventieve maatregelen zijn nodig om
te voorkomen dat het elektrische apparaat per
ongeluk begint te werken.
d) Bewaarde elektrische apparaten die u niet
gebruikt buiten het bereik van kinderen,
zorgervoor dat er geen mensen met de
apparaten werken wanneer deze niet volledig
vertrouwd zijn met de bediening en/of deze
gebruiksaanwijzing.
Wanneer een elektrisch apparaat in de handen
van een ongeschoolde gebruiker terechtkomt,
wordt het apparaat snel een bron van gevaar.
e) Pleegcorrect onderhoud aan elektrische
apparaten. Controleerhet elektrische
apparaat regelmatig op bewegende delen
die mogelijk niet juist gepositioneerd zijn
of die klem zitten. Controleerook op defecte