18
individueel worden aangepast. Druk kort op de
koesterktetoets om de sterkte op het display
te veranderen: 1 staat voor mild, 2 voor ideaal en 3
voor sterk. De maalduur wordt dienovereenkomstig
aangepast.
•Verschillendekoebonenmeteenverschillende
branding worden anders gemalen. Als de maalhoe-
veelheid in een van de instellingen niet voldoet
aan uw wensen, is een verdere fijnafstelling van de
maalhoeveelheid mogelijk (zie 3.5 Fijnafstelling van
de maalhoeveelheid).
•Metdeschuifregelaarbovenaandemolenkuntu
de gewenste maalgraad instellen. De schuifregelaar
heeft drie instellingen: fijn, medium en grof . U
kunt de regelaar ook tussen een van deze instellin-
gen plaatsen.
•DrukvervolgenskortopdeGRIND-toetsomhet
malen te starten. De GRIND-toets begint traag te
knipperen. Als het bonenreservoir niet goed in het
apparaat is geplaatst, hoort u drie keer een kort
waarschuwingssignaal.
•Demolenmaaltdekoebonenrechtstreeksinde
filterhouder en wordt automatisch uitgeschakeld
wanneer de ingestelde hoeveelheid is gemalen.
•Neemdelterhouderuithetapparaatenschuder
lichtjes mee om de koe gelijkmatig te verdelen.
•Plaatsdelterhouderterugonderdewateruitloop.
De filterhouder is goed geplaatst als u een klik
hoort.
Opmerking:
•Gebruikgeengekaramelliseerdekoebonenomde
goede werking van de molen niet te verstoren.
•Doegeengemalenkoeinhetbonenreservoir.
•Dittoestelheefteenbeschermingsfunctietegen
overbelasting van de molen. Hiermee wordt de
molen behoed voor schade als gevolg van vreemde
voorwerpen in de koebonen. Indien u een luid
ratelend, onbekend geluid hoort tijdens het maal-
proces, schakel dan direct het toestel uit en reinig
de molen zoals beschreven bij punt 6.2.
3.3 Koffie zetten
•Nadatdemolenisuitgeschakeld,wordtdekoe-
zetmodus geactiveerd. Het BREW-ledlampje begint
snel te knipperen.
•Voorperfectekoeradenwijaandekoevoor
te besprenkelen. Druk kort op de voorbesprenke-
lingstoets (PRE-BREW) om deze instelling te ac-
tiveren voor de volgende koebereiding. Het lampje
van de voorbesprenkelingstoets licht op. Nadat de
koe is bevochtigd, stopt de watertoevoer kort
alvorens de koe wordt gezet. Door nogmaals op
de toets te drukken, wordt de voorbesprenkeling
uitgeschakeld. De laatste instelling wordt bewaard
voor de volgende koebereiding.
•DrukkortopdeBREW-toetsomdekoetezet-
ten. De BREW-toets begint traag te knipperen. Als
het apparaat tijdens dit proces drie pieptonen laat
horen, is het waterreservoir leeg.
•Tijdenshetkoezettenwordthetwateropge-
warmd en stroomt het door de draaiende wate-
ruitloop over de gemalen koe . Het apparaat
maakt gebruik van verschillende koezetprofielen,
afhankelijk van het geselecteerde aantal kopjes. De
gemalen koe wordt gelijkmatig bevochtigd door
verschillende rotaties voor elk profiel.
•Hetisookmogelijkomtijdenshetkoezettende
draairichting en -tijd manueel te regelen (zie 3.6
Manuele extractieregeling).
•Eenkortgeluidssignaalgeeftaanwanneerhetbe-
reidingsproces voltooid is. De BREW-toets brandt
nu continu om aan te geven dat de warmhoudfase
actief is.
•Dewarmhoudplaathoudtdekoewarmenwordt
na 40 minuten automatisch uitgeschakeld om
onnodig stroomverbruik te vermijden. Uiteraard
kunt u het apparaat ook manueel uitschakelen. Druk
daarvoor langer dan 1 seconde op de BREW-toets.
•Dedruppelstopvoorkomtdaterkoeuitdelter
lekt wanneer u de kan uit het apparaat neemt.
•Ukuntdekoeltergemakkelijkverwijderendoor
de filterhouder uit het apparaat te nemen.
3.4 Reeds gemalen koffie gebruiken
•Alsureedsgemalenkoffiewiltgebruiken,bereidde
filterhouderdanvoorzoalsbeschrevenin3.1.
•Doeperkopje6gkoffieindekoffiefilterenduwde
filterhouderteruginhetapparaat.
•DruklangopdeBREW-toetsomhetapparaatte
activeren.
•Pashetaantalkopjesaanalnaargelangdegebruikte
hoeveelheidwaterenkoffie.
•DrukkortopdeBREW-toetsomdekoffiete
zetten.HetledlampjevandeBREW-toetsbegint
traagteknipperenendekoffiewordtbereidzoals
beschrevenin3.3.
•epos
®
is getest overeenkomstig het ‚Coee Brewer
Certification Program‘ van het European Coee
Brewing Centre (ECBC). Met 60 g gemalen koe
en 1L water wordt de ECBC Gold Cup-standaard
bereikt.
3.5 Fijnafstelling van de maalhoeveelheid
•Hetaantalkopjesendeingesteldekoesterkte
bepalen hoeveel koe er wordt gemalen. Omdat
koesterkte door iedereen anders wordt ervaren,
is een verdere fijnafstelling van de standaardinstellin-
gen mogelijk wanneer de molen wordt geactiveerd.
•Druklangopdekoesterktetoetsomdejnafstel-
ling in te schakelen. Ledlampje 2 van de koesterk-
te-indicator licht op.
•Doorvervolgenskortopdekoesterktetoetste
drukken, gaat ledlampje 3 branden. Bij deze instel-
ling wordt de maalduur, bepaald door het aantal
kopjes en de ingestelde koesterkte, verhoogd met
10%. Er zal dan meer koe worden gemalen.
•Doornogmaalskortopdekoesterktetoetste
drukken, gaat ledlampje 2 branden. Hierdoor wordt
de maalduur verkort met 10% en zal er minder
koe worden gemalen.
•Houddekoesterktetoetsingedruktomdege-
selecteerde instelling op te slaan.
3.6 Manuele extractieregeling
•Deextractiekantijdenshetbereidingsprocesmanu-
eel worden geregeld.
•Schakeldemanueleextractieregelingindoorlang
op de koesterktetoets te drukken. Afhankelijk van
de huidige draairichting van de wateruitloop zal led-
lampje 1 of 3 op het koesterktedisplay beginnen te
knipperen.
•Alsledlampje1 knippert, draait de wateruitloop
rechtsom (wijzerzin) en wordt het buitenste deel
van de gemalen koe bevochtigd. Ledlampje 3 geeft
aan dat de wateruitloop linksom draait en dat het
N L