5.6.2 - De eindaanslag ONDER (“1”) afstellen
Voordat u met de procedure begint, rolt u het rolluik half af.
01. Houd de toets n ingedrukt en wacht tot de motor 2 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
02. Houd de toets n ingedrukt en wacht tot de motor 4 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
03. Houd de toets t ingedrukt en wacht tot de motor 2 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
04. Afstelling van de hoogte: houd toets t (of s) ingedrukt tot het rolluik de gewenste hoogte “1” heeft bereikt. Opmerking – om de hoogte precies af te stellen,
drukt u meerdere malen op de toetsen s en t (bij elke druk op de toetsen beweegt het rolluik enkele millimeters).
05. Houd de toets n ingedrukt en wacht tot de motor 3 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
Opmerkingen • Tijdens de uitvoering van de procedure kan de programmering op elk gewenst moment geannuleerd worden door de toetsen n en t gedurende 4
seconden tegelijkertijd ingedrukt te houden. Als alternatief kunt u ook op geen enkele toets drukken en 60 seconden wachten tot de motor 6 bewegingen uitvoert. •
Na de afstellingen wordt met de toets s de manoeuvre Omhoog en met de toets t de manoeuvre Omlaag aangestuurd. Het rolluik beweegt binnen de limieten die
zijn bepaald door de ingestelde hoogten voor de eindaanslagen.
sec.
sec.
sec.
sec.
5.7 - Automatische ondersteunde programmering van de eindaanslagen
Boven (“0”) en Onder (“1”)
LET OP! – Deze programmering is uitsluitend bedoeld voor rolluiken met mechanische blokke-
ringen voor de eindaanslag.
Waarschuwingen • Met deze procedure is het teven mogelijk eventuele hoogten die al eerder zijn afgesteld via dezelfde procedure met nieuwe hoogten te overschrij-
ven. • Steeds wanneer de voeding voor de motor wordt ingeschakeld, worden er 2 bewegingen uitgevoerd, indien er niet ten minste één zender en de hoogten voor
de eindaanslagen zijn opgeslagen. • Wanneer de eindaanslagen met deze procedure in het geheugen worden opgeslagen, worden de twee hoogten continu gecon-
troleerd en bijgwerkt door de functie “automatisch bijwerken van de eindaanslagen” (zie paragraaf 7.3).
Voordat u met de procedure begint, rolt u het rolluik half af.
01. Houd de toets n ingedrukt en wacht tot de motor 2 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
02. Houd de toets n ingedrukt en wacht tot de motor 4 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
03. Houd de toets n ingedrukt en wacht tot het rolluik in de richting Omhoog beweegt. Laat ten slotte de toets los. Let op! Als het rolluik in de tegenovergestelde
richting beweegt, drukt u op de toets t (of s) om de draairichting van de motor om te keren. Het rolluik beweegt Omhoog en wordt automatisch tegengehouden
door de veiligheidsdoppen die tegen de structuur botsen (de motor zal deze hoogte onthouden als eindaanslag BOVEN “0”).
04. Het rolluik beweegt Omlaag en wordt automatisch tegengehouden door de veiligheidsdoppen die tegen de structuur botsen (de motor zal deze hoogte onthou-
den als eindaanslag ONDER “1”). Opmerking – Als dit nodig is kunt u de motor tijdelijk stopzetten door te drukken op de toets n (met deze instructie wordt ook
de procedure geannuleerd).
Opmerkingen • Tijdens de uitvoering van de procedure kan de programmering op elk gewenst moment geannuleerd worden door de toetsen n en t gedurende 4
seconden tegelijkertijd ingedrukt te houden. Als alternatief kunt u ook op geen enkele toets drukken en 60 seconden wachten tot de motor 6 bewegingen uitvoert. •
Na de programmering wordt met de toets s de manoeuvre Omhoog en met de toets t de manoeuvre Omlaag aangestuurd. Het rolluik beweegt binnen de limieten
die zijn bepaald door de mechanische blokkeringen voor de eindaanslagen.
sec.
sec.
sec.
To Next Page
Loading...
Need help?
General