18 - Skystar
Connecteren van de stuurstangen
Voordat we beginnen met het aansluiten van de stuurstangen aan de servo’s moeten we controleren of de servo’s zich in de neutraal positie
bevinden.
Hiervoor moet u de zender en ontvanger aanschakelen. De stuurknuppels alsook de trims van de zender moeten in de middelste stand staan. Als
dit het geval is moeten de servoarmen mooi horizontaal of verticaal staan. Is dit niet het geval, schroef de servoarm dan los van de servo en verzet
de arm totdat deze mooi horizontaal of vertikaal staat.
Nu kunnen we beginnen met het monteren van de stuurstangen.
Richtingsroer:
Neem de servoarm van de servo. Op deze arm moet nog een stuurstang connector bevestigd worden voor het stuurbaar neuswiel. (Drw. 22)
Schuif de stuurstang in het buisje voor het richtingsroer. Sluit het einde met de Z-buiging aan de servoarm van de richtingsroerservo aan. Aan het
andere uiteinde van de stuurstang kan de plastiek kwiklink geschroefd worden en aan de stuurhevel van het richtingsroer aangesloten worden.
Regel de lengte van de stuurstang zo af dat het stuurvlak mooi recht staat (Pic. 47-50).
Schuif vervolgens de stuurstang van het stuurbaar neuswiel in het buisje en blokkeer de stuurstang met de stuurstang connector op de servo arm..
Hoogteroer:
Neem de servoarm van de servo.
Schuif de stuurstang in het buisje voor het hoogteroer. Sluit het einde met de Z-buiging aan de servoarm van de hoogteroerservo aan. Aan het
andere uiteinde van de stuurstang kan de plastiek kwiklink geschroefd worden en aan de stuurhevel van het hoogteroer aangesloten worden.
Regel de lengte van de stuurstang zo af dat het stuurvlak mooi recht staat. (Pic. 47-49)
Carburator:
Neem de servoarm van de servo. Op deze arm moet ,og een stuurstang connector bevestigd worden voor de stuurstang van de carburator (Pic.
47).
Schuif de stuurstang van de carburator in het buisje en blokkeer de stuurstang met de stuurstang connector op de servo arm.
Als de stick van het gas zich in de onderste positie bevindt, moet de carburator nog een klein beetje open zijn (Pic. 20). In de bovenste stick positie
moet de carburator volledig open zijn (Pic. 21). Als de stick terug in de onderste positie staat en de trim ook volledig naar onder staat, moet de
carburator volledig dicht zijn.
Rolroeren:
Maak 2 stuurstangen met M2 draad en een Z-buiging klaar met 2 plastiek kwiklinks. Monteer deze stuurstangen zoals afgebeeld (Pic. 48).
Naar het neuswiel
Naar de carburator
Naar het hoogteroer
Naar het richtingsroer
Rolroerservo
Hoogteroer stuurhevel Richtingsroer stuurhevel Neuswiel
Pic. 47
Drw. 20
Pic. 48
Pic. 49
Pic. 50
Pic. 51
Drw. 21
Drw. 22