In de overschrijvingsmodus zal de teken boven de cursor “_“ gewist worden
door op
[DEL]
te drukken en direct vervangen worden door een nieuwe teken
in te voeren.
Om alle tekens te wissen druk op
[AC]
.
Functie foutvinder (Error)
Indien er een onlogische of onuitvoerbare wiskundige bewerking uitgevoerd zou
moeten worden, wijst deze functie op de fout en de plaats waarop de fout zich
bevindt. Door op
[◄]
of
[►]
te drukken zoek de fout op en corrigeer hem door
de berekening opnieuw uit te voeren.
Functie overspelen (Replay)
Deze functie slaat de laatst uitgevoerde bewerkingen in de modus COMP op
in het geheugen. Door na de laatste berekening op
[▼]
of
[▲]
te drukken kunt
u de laatst uitgevoerde bewerkingen nakijken. Met behulp van
[◄]
of
[►]
kunt
u de vorige ingevoerde stappen nagaan en waarden en opdrachten eventueel
bewerken voor volgende berekeningen.
De in het geheugen opgeslagen bewerkingen worden gewist na uitzetten van
de calculator, na indrukken van
[ON]
, bij resetten, veranderen van notatiefor-
maat of van berekeningsmodus.
Indien het geheugen vol is, zullen de oudste notities vervangen worden door
de nieuwe.
Geheugenberekeningen
De calculator heeft 9 verscheidene geheugens ter beschikking voor herhaald
gebruik: A, B, C, D, E, F, M, X, Y. In elke van deze geheugens is het mogelijk
om een reëel getal in te voeren.
•
[2ND][STO]
+
[A]
t/m
[F]
,
[M]
, of
[X]
of
[Y]
maken het opslaan van een
waarde in de gegeven variabel mogelijk.
•
[RCL]
+
[A]
t/m
[F]
,
[M]
, of
[X]
t/m
[Y]
roepen de opgeslagen waarden op uit
de variabelen.
•
[0][2ND][STO]
+
[A]
t/m
[F]
,
[M]
, of
[X]
t/m
[Y]
wissen de inhoud van de
gekozen variabele.
•
[ALPHA]
+ „variabele in het geheugen“ maken het invoeren van de bijbeh
rende variabele in de berekening mogelijk.
•
[2ND][CLR][2][=]
wissen alle variabelen.
Bij gebruik van het normale geheugen houd zich a.u.b. aan de volgende regels:
• Druk op
[M+]
om een resultaat in te voegen in het normale geheugen, bij
opslaan van het cijfer in het geheugen verschijnt op het display de indicator
„M“. Om een waarde uit het geheugen op te roepen druk op
[RCL][M]
.
• Het oproepen van een waarde uit het geheugen met behulp van
[RCL][M]
zal
de inhoud ervan niet beïnvloeden.
• Het normale geheugen is niet beschikbaar in de modus van statistische
berekeningen.
• Het geheugen van variabele M en het normale geheugen gebruiken hetzelfde
gebied van het geheugen.
• Om de inhoud van het geheugen met het op het display weergegeven cijfer te
overschrijven druk op
[2ND][STO][M]
.
• Om de inhoud van het normale geheugen te wissen druk op
[0][2ND][STO]
[M][=]
.
5–NL