EasyManua.ls Logo

Renkforce DL-LED163 - B) Stand-Alone-Modus; C) Master-Slave-Modus; D) DMX-Modus

Renkforce DL-LED163
66 pages
Go to English
Print Icon
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
60
b) Stand-alone-bedrijf
In deze bedrijfsmodus wordt het lichteect als afzonderlijk toestel automatisch of bij sound-to-light-bedrijf
gebruikt.
Stel met behulp van de hierboven aangegeven tabel de gewenste bedrijfsmodus in.
Bij automatisch bedrijf beïnvloeden DIP-schakelaars 5, 6, 7, 8 de programmasnelheid. Hoe meer DIP-
schakelaars (4) in de stand ON staan, hoe hoger de programmasnelheid.
Bij sound-to-light-bedrijf reageert het lichteect op muziekimpulsen die via de ingebouwde microfoon
MIC (5) worden opgenomen.
c) Master-slave-modus
In deze bedrijfsmodus worden meerdere apparaten onder elkaar verbonden (zie „Master-slave-ketting op-
bouwen“). Een toestel (het master-toestel) stuurt de aangesloten toestellen (slave-toestellen) synchroon
via zijn ingebouwde controller.
Stel aan het master-apparaat met de DIP-schakelaars (4) de gewenste bedrijfsmodus in (zie hierboven).
Stel DIP-schakelaar op de slave-apparaten allemaal op OFF om deze als slave-apparaten te definiëren.
Zet DIP-schakelaar 9 op de slave-apparaten op AAN (ON) om ze als slave-apparaten te definiëren, die op
tegenovergestelde manier van het master-apparaat te reageren (omgekeerd slave-bedrijf).
In deze bedrijfsmodus mag geen externe DMX-controller aan het masterapparaat zijn aangeslo-
ten.
In een master-slave-ketting mag slechts één apparaat als masterapparaat worden gecodeerd,
alle andere apparaten moeten als slave-apparaten worden gecodeerd.
d) DMX-modus
In deze bedrijfsmodus wordt het lichteect via een externe DMX-controller gestuurd.
Stel met de DIP-schakelaars 1-9 het DMX-startadres in.
Elk DMX-apparaat in een DMX-serie heeft een zogenaamd startadres nodig om eenduidig door
de DMX-controller aangestuurd te kunnen worden.
Dit startadres wordt door de DIP-schakelaars 1-9 vastgelegd. Aan elke DIP-schakelaar is een
waarde toegewezen. De som van deze waarden definieert dan het startadres. Het startadres
bepaalt het eerste DMX-kanaal; het tweede DMX-kanaal is het kanaal dat volgt op het startadres,
enz.
DIP-schakelaar 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Waarde 1 2 4 8 16 32 64 128 256
Voorbeeld:
De DIP-schakelaars 1, 3 en 5 staan op „ON“, alle andere schakelaars op „OFF“.
Startadres = 1 + 4 + 16 = 21
Het apparaat heeft 6 vrije DMX-kanalen nodig.

Table of Contents