www.scheppach.com / service@scheppach.com / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
NL
|
55
4 Prepareer de apparatuur voor gebruik.
5 Vul de tank met het desbetreffende mengsel van
brandstof en olie. Zie de paragraaf „Brandstof
en olie“.
Transport
Om de machine te vervoeren, leeg de benzinetank
zoals beschreven in hoofdstuk 8: Brandstof aftappen.
Verwijder grof vuil van de apparatuur met een borstel
of een handborstel.
12. Afvoer en recycling
Het apparaat wordt geleverd in een verpakking
om te voorkomen dat deze beschadigd tijdens het
transport. De grondstoffen in deze verpakking kun-
nen worden hergebruikt of gerecycled. Apparatuur
en toebehoren zijn gemaakt van diverse materialen,
zoals metaal en kunststof. Defecte onderdelen moe-
ten worden afgevoerd als speciaal afval. Vraag uw
dealer of uw gemeente.
2 Om de brandstof uit de carburateur te verwijde-
ren, start u de motor en laat deze lopen totdat het
apparaat stopt.
3 Laat de motor afkoelen (ong. 5 minuten).
4 Verwijder de bougie (zie paragraaf 10: Vervangen
en reinigen van de bougie).
5 Giet een theelepel 2-takt olie in de verbrandings-
kamer. Trek langzaam verschillende keren aan
het startkoord om een laagje olie aan te brengen
op alle interne componenten. Monteer de bougie
weer.
Opmerking: Bewaar de apparatuur op een droge
plaats en ver weg van mogelijke ontstekingsbronnen,
zoals een oven, een gasverwarmde warmwaterboiler,
een gasverwarmde droger, etc.
De apparatuur weer werkklaar maken
1 Verwijder de bougie (zie paragraaf 10: Vervangen
en reinigen van de bougie).
2 Trek op snelle wijze aan het startkoord om over-
tollige olie te verwijderen uit de verbrandingska-
mer.
3 Reinig de bougie en controleer of de elektrode-
afstand correct is, of plaats een nieuwe bougie
met de juiste elektrodeafstand.
13. Probleemoplossingen
De onderstaande tabel bevat een lijst van de probleemsymptomen en legt uit wat u kunt doen om het probleem op
te lossen als uw apparatuur niet goed werkt. Als het probleem zich blijft voordoen na de lijst doorgewerkt te hebben,
neem dan contact op met de dichtstbijzijnde servicewerkplaats.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat start
niet.
• Onjuist handelen bij het starten.
• Weggeslipte of vochtige bougie
• Onjuiste instelling carburateur
• Lemmet resp. draadspoel onjuist gemon-
teerd
• Geen brandstof in de tank
• Volg de aanwijzingen voor het starten
• Bougie reinigen of door nieuwe vervangen.
• Erkende klantenservice raadplegen.
• Monteer het lemmet resp. de draadspoel
opnieuw.
• Controleer het brandstofpeil.
Het apparaat springt
aan, heeft echter niet
het volledige vermo-
gen.
• Onjuiste instelling van de choke-kabel
• Vuil luchtlter
• Onjuiste instelling carburateur
• Snijmessen stomp
• Chokehendel op positie instellen.
• Luchtlter reinigen
• Erkende klantenservice raadplegen.
• Snijmessen slijpen resp. vervangen
De motor draait onre-
gelmatig
• Onjuiste elektrodeafstand van de bougie
• Onjuiste instelling carburateur
• Bougie reinigen en elektrode-afstand instellen
of nieuwe bougie plaatsen.
• Erkende klantenservice raadplegen
Motor rookt overmatig • Onjuiste brandstofmengsel
• Onjuiste instelling carburateur
• Juiste brandstofmengsel gebruiken (zie
brandstof-mengtabel)
• Erkende klantenservice raadplegen.
De motor loopt warm • Motor is overbelast • Las regelmatig pauzes in