international 79
Växelströmsmotor
Nätspänningen måste uppgå till 230 V~.
Förlängningsledningar upp till 25 m långa måste uppvi-
sa ett tvärsnitt på 1,5 kvadratmillimeter.
Anslutningar och reparationer av den elektriska utrust-
ningen får endast genomföras av el-specialister.
Vid frågor, ange följande uppgifter:
• Motorns strömart
• Uppgifterna på maskinens typskylt
• Uppgifterna på motorns typskylt
Wisselstroommotor
• De netspanning moet 230 VAC zijn
• Verlengsnoeren moeten tot een lengte van 25 m een
doorsnede hebben van 1,5 vierkante millimeter.
Aansluitingen en reparaties van de elektrische uitrus-
ting mogen uitsluitend door een elektromonteur worden
uitgevoerd.
Vermeld in geval van vragen de volgende gegevens:
• Stroomtype van de motor
• Gegevens van het typeplaatje van de machine
• Gegevens van het typeplaatje van de motor
Problemen oplossen
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Motor start niet,
loopt te traag of
wordt heel heet.
Stroomstoring of netspanning
te laag.
Controleert de netspanning.
Voedingskabel is te lang of te dun. Nieuwe kabel bij de dealer halen.
Defecte drukschakelaar. Laten herstellen door de dealer of laten vervangen.
Defecte motor. Laten herstellen door de dealer of laten vervangen.
De hoofdcompressor loopt moeizaam, vastgelopen. Laten herstellen door de dealer of laten vervangen.
De
hoofdcompressor
loopt moeizaam,
vastgelopen.
Bewegende delen door verhitting beschadigd
vanwege onvoldoende smering.
Krukas, lagers, drijfstang, zuigerveren, enz. Door
de dealer te laten controleren en indien nodig laten
vervangen.
Bewegende delen zijn beschadigd of geblokkeerd
door losgeraakte onderdelen.
Trillingen of
abnormaal geluid.
Losse onderdelen. Door de dealer laten inspecteren en indien nodig
laten repareren.
Losgeraakte onderdelen in de compressor. Door de dealer laten inspecteren en indien nodig
laten repareren.
Zuigerstang met de klepzitting. De afsluitring door de dealer laten vergroten.
Bewegende delen te heet. Laten herstellen door de dealer of laten vervangen.
Onvoldoende druk
of afnemende
capaciteit.
Motor loopt te langzaam. Door de dealer laten inspecteren en indien nodig
laten repareren.
Vuil luchtfilterpatroon. Filterpatroon reinigen of vervangen.
Lekkage in het veiligheidsventiel. Schakelaar door de dealer laten repareren of laten
vervangen.
Lekkage in de pijp. Door de dealer laten inspecteren en indien nodig
laten repareren.
Beschadigde pakking. Door de dealer laten inspecteren en indien nodig
laten repareren.
Beschadigde of met koolstof bedekte klepzitting. Door de dealer laten inspecteren en indien nodig
laten repareren.
Beschadigde zuigerveer of cilinder. Door de dealer laten inspecteren en indien nodig
laten repareren.
Overmatig
oliegebruik.
Oliepeil te hoog. Houd het oliepeil op het juiste niveau.
Gat in de olievuldop verstopt. Controleren en reinigen.
Zuigerveer en / of cilinder versleten of beschadigd. Door de dealer laten inspecteren en indien nodig
laten repareren.