Druk op 2� ≥ om naar de lijst te gaan.
Druk op
3� < of > om een instelling te selecteren:
• Contrast: Wijzigt het niveau van heldere
onderdelen van het beeld en laat de donkere
onderdelen ongewijzigd.
• Helderheid: Wijzigt het lichtniveau in het
beeld.
• Kleur: Wijzigt het intensiteitsniveau.
• Scherpte: Wijzigt het scherpteniveau van fijne
details.
Tint: • Wijzigt de kleuren naar rood- of
blauwachtig.
Kleurtemperatuur:• TEr kunnen 3 items
worden geselecteerd. Druk op ≥ om naar het
selectiemenu te gaan. Druk op < of > om
het item te verplaatsen. Druk op OK om de
geselecteerde kleurtemperatuur te wijzigen:
Normaal (gebalanceerd), Warm (roder), Koud
(blauwer).
Beeldformaat: • Zie de sectie
Beeldformaat
wijzigen
.
• Hi-bright: Filtert en reduceert de ruis in het
beeld. Selecteer Aan om deze functie in te
schakelen of Uit om het uit te schakelen.
Intelligente beelden gebruiken
Behalve handmatig beeldinstellingen bijstellen, kunt
u Intelligent beeld gebruiken om uw TV op een
voorgedefinieerd beeld– en geluidsinstelling in te stellen�
Druk op de afstandsbediening op de knop 1� MENU
en selecteer Intelligent beeld�
Druk op
2� ≥ om naar de lijst te gaan.
Druk op
3� <of > om één van de volgende
instellingen te selecteren:
Gebruiker•
Bioscoop•
Sport•
Levende•
Hi-bright•
Druk op
4� OK om uw selectie op te slaan.
Beeld
17