144 NL/BE
meetresultaten volgens de onderstaande tabel worden geclassi-
ficeerd en beoordeeld:
Bereik van
de bloed-
drukwaar-
den
Systole
(in
mmHg)
Diastole
(in
mmHg)
Maatregel
Graad 3 ern-
stige hyperto-
nie
≥ 180 ≥ 110 neem contact op
met een arts
Graad 2:
gemiddelde
hypertonie
160–179 100–109 neem contact op
met een arts
Graad 1:
lichte hyper-
tonie
140–159 90–99 regelmatige
controle door de
arts
Hoog nor-
maal
130–139 85–89 regelmatige
controle door de
arts
normaal 120–129 80–84 Zelfcontrole
Optimaal < 120 < 80 Zelfcontrole
Bron: WHO, 1999
Opmerking: deze standaardwaarden zijn echter enkel als alge-
mene richtlijn bedoeld, omdat de individuele bloeddruk bij verschil-
lende personen en leeftijdscategorieën etc. afwijkt.
Het is belangrijk dat u uw arts regelmatig om raad vraagt.
Uw arts brengt u op de hoogte van uw individuele waar-
den voor een normale bloeddruk en van de waarde, vanaf