31
(Vertaling van de originele instructies)
Diepteregelaar bevestigen en instellen (g. A)
u  Draai de knop los (9).
u  Plaats de diepteregelaar (7) zoals aangegeven in het 
bevestigingsgat.
u  Stel de diepteregelaar (7) in op de gewenste stand. De 
maximale boordiepte is gelijk aan de afstand tussen de 
punt van de boorbit en de voorkant van de diepteregelaar.
u  Draai de knop (9) vast.
Een hulpstuk aanbrengen (g. B - D)
u  Reinig en smeer de schacht (10) van het hulpstuk.
u  Trek de huls terug (11) en plaats de schacht in de gereed-
schaphouder (5).
u  Druk het hulpstuk naar beneden en draai dit een beetje 
totdat het in de sleuven past.
u  Trek aan het hulpstuk om te controleren of dit juist is 
vergrendeld. Voor de klopfunctie moet het hulpstuk in 
de gereedschaphouder meerdere centimeters in de 
lengterichting kunnen bewegen.
u  Als u het hulpstuk wilt verwijderen, trekt u de huls (11) 
terug en verwijdert u het hulpstuk.
Spanknop met sleutel (g. D)
u  Open de spanknop door de huls (12) linksom te draaien.
u  Plaats de bitschacht (13) in de spanknop.
u  Plaats de spanknopsleutel (14) in elk gat (15) aan de 
zijkant van de spanknop en draai deze rechtsom totdat de 
spanknop stevig vast zit.
Gebruik
Waarschuwing! Laat het gereedschap in zijn eigen tempo 
werken. Niet overbelasten.
Waarschuwing! Controleer waar zich bedrading en leidingen 
bevinden voordat u in muren, vloeren of plafonds boort.
Waarschuwing! Gebruik geen beitel wanneer het gereedsc-
hap in de draaimodus staat.
De gebruiksmodus selecteren (g. F)
Het gereedschap kan in drie gebruiksmodi worden gebruikt.
u  Om de modus te selecteren, draait u de knop voor de 
boormodus (3) naar de gewenste stand, zoals aange-
geven met de symbolen.
u  Om de modus te selecteren, drukt de ontgrendelingsknop 
(16) in en draait u de knop voor de boormodus (4) naar de 
gewenste stand, zoals aangegeven met de symbolen.
Boren
u  Als u in staal, hout of plastic wilt boren of schroeven wilt 
indraaien, stelt u de knop voor de gebruiksmodus (4) in 
op de stand 
 en de knop voor de boormodus (3) op de 
stand   .
Klopboren
u  Als u wilt klopboren in metselwerk en beton, stelt u de 
knop voor de gebruiksmodus (4) in op de stand 
 en de 
knop voor de boormodus (3) op de stand  
. Tijdens het 
klopboren, moet het gereedschap niet terugslaan, maar 
soepel lopen. Verhoog indien nodig de snelheid.
Hameren
u  Voor hameren met spilvergrendeling en voor lichte 
beitel- en bikwerkzaamheden, stelt u de knop voor de 
gebruiksmodus (4) in op de stand   en de knop voor de 
boormodus (3) op de stand  
.
u  Draai de beitel naar de gewenste stand wanneer u wisselt 
van klopboren naar beitelen. Wanneer het schakelen tus-
sen modi lastig gaat, moet u de beitel een beetje draaien 
om de spilvergrendeling in te schakelen.
In- en uitschakelen 
u  U kunt de vereiste snelheid selecteren door de keuzeknop 
voor snelheid (2) te draaien.
u  Druk de aan/uit-schakelaar (1) in om het gereedschap in 
te schakelen.
u  Laat de aan-uitschakelaar los om het gereedschap uit te 
schakelen.
Borstelindicator (g. E)
Dit gereedschap bevat een geïntegreerd systeem waarmee 
de status van de borstels wordt gecontroleerd.
u  Groen borstelindicatorlampje (17). De borstels zijn in 
goede staat.
u  Rood borstelindicatorlampje (18). De borstels zijn vers-
leten en moeten worden vervangen. Stuur uw gereedsc-
hap terug naar een geautoriseerd Stanley Europe-service-
centrum om de borstels te vervangen.
Accessoires
Uw Stanley Fat Max-gereedschap/-apparaat (met nets-
noer/snoerloos) is ontworpen om gedurende langere tijd te 
functioneren met een minimum aan onderhoud.  U kunt het 
gereedschap naar volle tevredenheid blijven gebruiken als u 
voor correct onderhoud zorgt en het gereedschap regelmatig 
schoonmaakt.
Onderhoud
Uw Stanley Europe-gereedschap/-apparaat (met nets-
noer/snoerloos) is ontworpen om gedurende langere tijd te 
functioneren met een minimum aan onderhoud.  U kunt het 
gereedschap naar volle tevredenheid blijven gebruiken als u 
voor correct onderhoud zorgt en het gereedschap regelmatig 
schoonmaakt.