Om de kans op ernstig oogletsel
te reduceren een nauwsluitende
en stootvaste veiligheidsbril dra‐
gen volgens de norm ANSI
Z87.1 (USA), EN 166 (Europa)
of één die voldoet aan de betref‐
fende nationale specifieke norm.
■ Om de kans op gehoorletsel te reduce‐
ren, gehoorbeschermer dragen.
■ Een beschadigde of versleten maaikop
kan bij hoge snelheden breken en
zwaar of fataal letsel veroorzaken.
Controleer de toestand van de motor‐
zeis en de maaikop en vastgedraaide
schroeven voor en na het werk en in
regelmatige, korte intervallen.
Laat de maaidraden voor het gebruik tus‐
sen 12 en 24 uur in een bak met water
laten liggen om de levensduur te verho‐
gen.
Lees alle veiligheidsinstructies in de hand‐
leiding van de motorzeis en volg deze op.
HANDLEIDING OPBERGEN!
Maaikop instellen (
A - N)
De maaikop kan worden ingesteld op
negen verschillende vermogenstrappen
die met een getal op de maaikop worden
aangegeven. Hoe hoger het getal, hoe
meer vermogen de motorzeis gebruikt.
►
A: Druk de lippen (1) in en verwijder
de kap (2).
►
B: Steek de speciale sleutel (3) in
de uitsparingen. De speciale sleutel
springt automatisch naar waarde 9.
►
C: Verwijder de speciale sleutel.
►
D: Controleer de lengte van de
maaidraden.
►
E: Breng de kap (2) aan.
► Monteer de maaikop.
► Schakel de motorzeis in.
►
F: Houd de motorzeis vast.
► Herhaal de volgende twee stappen
maximaal 4 keer:
► Laat de motorzeis draaien op volle‐
dige snelheid tot de snelheid cons‐
tant blijft.
► Laat de schakelhendel los. De motor
draait stationair.
► Schakel de motorzeis uit.
►
G1: Als de maaidraden het mes
bereiken en niet meermaals zijn afge‐
sneden: het instellen van maaikop is
voltooid.
0457-363-0171-A. VA0.M21. 35