EasyManuals Logo

SystemAir K Series Operation And Maintenance Instructions

SystemAir K Series
45 pages
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Page #22 background imageLoading...
Page #22 background image
202341 (10-03-2011)
22
NL
Veiligheidsinformatie
Het toestel mag niet eerder in bedrijf gesteld worden totdat het
toestel waarin het ingebouwd is in overeenstemming is met de
machinerichtlijn. Alle ventilatoren zijn bedoeld voor het
transporteren van lucht in luchtbehandelingsystemen. Bij installatie
in onverwarmde ruimtes moet de ventilator voorzien worden van
isolatie ter voorkoming van condensatie. Ze zijn bedoeld om in te
bouwen in machines of kanalensystemen of nadat er een
beschermrooster is geplaatst. (EN ISO 13857).
Type K ventilatoren moeten aan beide zijdes voorzien zijn van
kanalen (aanzuiging en uitblaas). Als er risiko bestaat van het
binnendringen van water in de motor, via de kanalen, is een aparte
beveiliging noodzakelijk. Er mogen geen bewegende delen
bereikbaar zijn na installatie. De ventilatoren mogen niet worden
gebruikt in explosiegevaarlijke omgevingen of worden aangesloten
op rookkanalen. De ventilatoren mogen niet buiten worden
geïnstalleerd (met uitzondering van dakventilatoren en ventilatoren,
voor deze toepassing, met overeenkomstige IP klasse). Als de
ventilatoren zonder isolatie geïnstalleerd worden in een
onverwarmde omgeving bestaat het risiko op condensatie.
Veiligheidsaccessoires (b.v. motorbeveiliging, beschermrooster)
mag niet worden gedemonteerd, uitgesloten of buiten werking
gesteld worden. LET OP Voor de service en onderhoud, schakel de
ventilator uit (dmv een schakelaar die alle polen uitschakelt) en
verzeker u ervan dat de waaier stilstaat. LET OP De ventilatoren
kunnen scherpe randen en hoeken hebben die verwondingen
kunnen veroorzaken. LET OP Wees voorzichtig bij het openen van
de service klep van de ventilatoren (swing out), de op de klep
gemonteerde motor met waaier is relatief zwaar.
Transport en opslag
Alle ventilatoren worden in de fabriek zodanig verpakt dat zij
normale transporthandelingen zonder problemen doorstaan.
Wanneer de goederen opgehesen moeten worden dienen
geschikte hijsmaterialen gebruikt te worden om te voorkomen dat
de ventilatoren beschadigen of mensen gewond raken. Hijs de
ventilatoren nooit op aan het aansluitsnoer, aansluitdoos, waaier of
inlaatconus.
Voorkom stoot- of schokbelastingen. De ventilatoren moeten
opgeslagen worden in een droge ruimte, beschermd tegen de
weersomstandigheden en vuil tot aan het installeren.
Installatie
Raadpleeg de veiligheidsinformatie hierboven. Het installeren,
elektrisch aansluiten en in bedrijf stellen mag alleen verricht
worden door deskundig personeel en in overeenstemming met de
geldende installatie-eisen. De elektrische aansluiting moet
uitgevoerd worden conform het aansluitschema in de aansluitdoos
en de merktekens op het aansluitblok of aan de kabel. Alle 3-
fasenventilatoren worden fabrieksmatig geleverd met een
aansluiting van 400 Volt, 3~. LET OP: Gebruik geen metalen
wartels in combinatie met plastic aansluitdozen. Sluit niet-gebruikte
openingen in de aansluitdoos met een blindplug af. De K-ventilator
moet met de kabeldoos bovenop en in een hoek van 90° geplaatst
worden. Als er een permanente installatie gemaakt wordt met
kabels met een diameter van 12-14 mm, moet de inkomende wartel
vervangen worden (geldt voor K, KV, RVF en KVK 125/160).
Om de IP44 klasse te waarborgen moeten de RS ventilatoren niet
gemonteerd worden met de kabeldoos/motor naar boven (fig. 1).
Ventilatoren met een naar buiten uitgevoerd thermocontact,
moeten altijd aangesloten worden op een
motorbeveiligingsschakelaar. Monteer de ventilatoren in de richting
van de luchtstroom (zie richtings- of rotatiepijl). De ventilatoren
moeten zo geïnstalleerd worden dat trillingen niet overgedragen
worden aan het kanalensysteem of montageframe (geschikte
accessoires zoals klembanden en trillingsdempers zijn
beschikbaar). Overtuigt u ervan dat de montage van de ventilatoren
stevig en stabiel is. De ventilatoren kunnen in elke richting worden
gemonteerd tenzij anders vermeld.
De ventilatoren moeten zodanig gemonteerd worden dat service en
onderhoud eenvoudig en veilig uitgevoerd kunnen worden. Storend
geluid kan voorkomen worden door het installeren van een
geluiddemper (beschikbaar accessoire).
Bij frequentieregeling moet en elke pool een filter worden
gemonteerd tussen de motor en de frequentieregelaar (versie alle
polen: fase op fase, fase op aarde). De ventilatoren zijn bedoeld
voor continu gebruik binnen de gestelde temperatuurrange.
Ventilatoren met handmatige thermische contacten (reset door
loskoppelen van de voeding, motorbeveiliging SP1), moet
overwogen worden bij het aansluiten van apparatuur met een
automatische aan/uit functie.
Werking
Voor het eerste gebruik dient u de volgende zaken te controleren:
- Is de elektrische aansluiting juist en volledig uitgevoerd.
- Is het thermocontact op een motorbeveiligingsschakelaar
aangesloten.
- Zijn voor zover van toepassing beschermtroosters geplaatst.
- Zijn overblijvende installatiematerialen en andere vreemde
materialen van de ventilator verwijderd.
Controleer het volgende bij de inbedrijfstelling:
- Corresponderen de aansluitgegevens met de specificatie op het
typeplaatje. Maximum spanning +6%, -10% volgens IEC 38. De
werkelijke stroomsterkte mag bij de op het typeplaatje vermelde
spanning niet hoger zijn dan de vermelde stroomsterkte +5%. LET
OP Wanneer toerenregeling plaatsvindt d.m.v. spanningsverlaging,
kan de motorstroom bij een lagere spanning boven de stroom op
het typeplaatje stijgen. In dat geval worden de motorwikkelingen
beschermd door het thermocontact.
De minimale statische druk moet in acht genomen worden.
- Gecontroleerd moet worden of het thermocontact werkt.
- De draairichting moet overeenkomen met de richting van de
rotatiepijl (3 fasen).
- De motor moet gelijkmatig lopen (geen abnormale geluiden).
- De ventilatoren mogen alleen bediend worden door een persoon
met voldoende kennis of opleiding op dat gebied of de handelingen
moeten uitgevoerd worden onder supervisie van diegene.
Geluidsniveaus van meer dan 70 dB (A) kan optreden afhankelijk
van het model en de grootte (zien op online catalogus
www.systemair.com voor gedetailleerde informatie)
Onderhoud, service en reparatie
Voordat onderhoud, service en reparatie verricht wordt, overtuig u
ervan dat:
• De spanning is onderbroken (onderbreking van alle polen)
• De ventilator tot complete stilstand is gekomen.
• Denk aan veiligheidsmaatregelen voor het personeel.
De ventilator moet, indien nodig, schoongemaakt worden
(tenminste een maal per jaar) om onbalans en onnodige
beschadiging van de lagers te voorkomen. Een filter verlengt de
tijdsinterval tussen de reinigingen van de ventilator. De
ventilatorlagers zijn onderhoudsvrij en moeten alleen vervangen
worden als zij beschadigd zijn. Gebruik geen hogedruk reiniger om
de ventilator schoon te maken. Overtuigt u ervan dat de
balanceergewichten op het ventilatorwiel niet verschuiven of dat
het ventilatorwiel vervormt. Schenk aandacht aan abnormaal geluid
tijdens bedrijf.
Reseten van de thermische contacten
Handmatige thermische contacten (SP1) worden gereset door het
loskoppelen van de netspanning voor ongeveer 10 – 20 min.
Ventilatoren met naar buiten gevoerde thermische contacten (TK)
worden gereset door de externe motorbeveiliging. Deze beveiliging
mag niet automatisch herstellen.
Verzekert u ervan dat de motor niet is geblokkeerd of dat de
motorbeveiliging is uitgeslagen. Neem contact op met de
leverancier als de motor niet start na de controle en/of resetten van
de motorbeveiliging
.

Other manuals for SystemAir K Series

Questions and Answers:

Question and Answer IconNeed help?

Do you have a question about the SystemAir K Series and is the answer not in the manual?

SystemAir K Series Specifications

General IconGeneral
BrandSystemAir
ModelK Series
CategoryFan
LanguageEnglish

Related product manuals