105
DE
EN
FR
NL
7. 4 Handmatige zenderafstemming
> Draai de TUNING / SELECT-draaiknop om de gewenste zender of frequentie
in te stellen.
Het display toont de frequentie in stappen van 0,05 MHz.
7.5 Zenderscan instellen
In deze menuoptie kunt u de gevoeligheid van de scanfunctie instellen.
> Open het MENU > [Scaninstellingen] en druk op de TUNING / SELECT-
draaiknop om te bevestigen.
> Selecteer of u de zenderscan alleen bij sterke zenders [Alleen sterke zenders]
of voor alle stations (ook bij zwakke zenders) [Alle zenders] moet stoppen.
Bij de instelling Alle zenders stopt de automatische zenderscan bij elk
beschikbaar station. Hierdoor kan het voorkomen dat zwakke zenders met ruis
worden afgespeeld.
> Druk op de TUNING / SELECT-draaiknop om op te slaan.
7.6 Audio-instelling
> Open het MENU > [Audioinst.] en druk op de TUNING / SELECT-draaiknop
om te bevestigen.
> Selecteer de invoer [Stereo mogelijk] of [Alleen mono].
> Druk op de TUNING / SELECT-draaiknop om de instelling te bevestigen.
Als de zender ruis gee, kan de instelling [Alleen mono] worden gebruikt om
de weergave te verbeteren. Het geluid van dit apparaat wordt altijd in mono
afgespeeld.
7. 7 FM-station op een geheugenplaats opslaan
In het programmageheugen kunt u maximaal 20 zenders in het FM-bereik
opslaan.
> Stel eerst de gewenste zenderfrequentie in (paragraaf 7.3, 7.4).
> Om deze zender in het geheugen op te slaan, houdt u tijdens het afspelen
de knop PRESET (8) ingedrukt, tot [Progr. opslaan] op het display
verschijnt. Gebruik vervolgens de TUNING / SELECT-draaiknop om een
favorietengeheugen te selecteren (1 ... 20). Druk op de TUNING / SELECT-
draaiknop om op te slaan.
> Om nog meer zenders op te slaan, herhaalt u deze procedure.
To Next Page
Loading...
Need help?
General