- NL 4 -
15) HOOFDTELEFOONAANSLUITING
16) DC IN-AANSLUITING
17) ANTENNE
18) BATTERIJVAK
Inbedrijfstelling van het apparaat
• Kies een geschikte locatie voor het apparaat, zoals een droog, vlak, slipvrij oppervlak waarop het
apparaat gemakkelijk te bedienen is.
• Zorg voor voldoende ventilatie rondom het apparaat.
• Verwijder de beschermfolie van het display als deze nog aanwezig is.
Netvoedingsadapter
• Sluit de USB-kabel op de achterkant van het apparaat aan.
Plaats de batterijen (niet meegeleverd)
1) Open het deksel van het batterijvak.
2) Plaats 4 x AAA-batterijen. Let op de juiste polariteit (zie de bodem van het batterijvak)!
3) Sluit vervolgens het batterijdeksel.
OPGELET:
• Batterijen kunnen lekken en vloeibaar zuur verliezen. Wanneer u het systeem gedurende langere
tijd niet gebruikt, verwijder dan de batterijen.
• Verschillende soorten batterijen of nieuwe en gebruikte batterijen mogen niet samen worden
gebruikt.
• Gooi de batterijen niet bij het huisvuil. Lever oude batterijen in bij de inzamelpunten in uw gemeente
of bij uw dealer.
WAARSCHUWING:
Batterijen mogen niet worden blootgesteld aan overmatige hitte zoals zon, vuur en dergelijke.
Explosiegevaar!
Apparaat in-/uitschakelen
• Druk op de "STANDBY / FUNCTION"-knop om het apparaat in te schakelen.
• Om het apparaat uit te schakelen, houdt u de knop "STANDBY / FUNCTION" ongeveer 3 seconden
ingedrukt.
To Next Page
Loading...
