5 D-307494 PowerMaster-10/30 G2 Wijziging installatiehandleiding
5.6.6 Bewegingscamera's voor visuele alarm verificatie instellen
Bij vorige versies werden alle aangesloten bewegingscamera's tegelijkertijd geconfigureerd bij het wijzigen van de
instellingen voor VIEW ON DEMAND. Vanaf PowerMaster v20.2 kan elke bewegingscamera afzonderlijk
geconfigureerd worden op de gewenste instelling voor het bekijken van beelden.
Vanaf PowerMaster v20.2 werde de locatie van VIEW ON DEMAND gewijzigd:
Versie 19.4 of vroeter:
INSTALLATEUR ⋅⋅⋅ 04:COMMUNICATIE ⋅⋅⋅ 5:BEWEGINGSCAMERA'S ⋅⋅⋅
VIEW ON DEMAND
Versie 20.2 of later:
INSTALLATEUR 02:ZONES/APPARATEN ⋅⋅⋅ BEWEGINGSMELDERS ⋅⋅⋅
DEV-INSTELLINGEN ⋅⋅⋅ VIEW ON DEMAND
Optie Programmeer instructies
FOTO OP VERZOEK
Door het inschakelen van VIEW ON DEMAND kunt u bepalen tijdens welke wapeningsmodi
(systeemstatussen) "on demand view" toegelaten zal worden.
Opties: uit (standaard); in alle modes; alleen ingeschakeld; alleen deel; deel &
ingeschakeld; uitgeschakeld en ingeschakeld; uitgeschakeld en deel; en alleen
uitgeschakeld.
Opmerking: Andere configuraties met betrekking tot deze functie, zoals het VENSTER TIJD BEKIJKEN, FILM
UPLOADEN en KINDEREN KOMEN THUIS blijven op dezelfde plaats als bij versies voor de update tot versie 20.2.
5.7.3 Configuratie PGM-uitgang
Vanaf PowerMaster v20.2 is het mogelijk om:
(1) Een PGM-uitgang te activeren voor maximaal 6 sensoren (zones). Zie PGM: PER MELDER voor meer details.
(2) Een PGM-uitgang configureren bij signalen van temperatuurs-, betredings- en lichtsensoren. Zie PGM: PER
MELDER voor meer details.
(3) Een uitgang programmeren via zowel bekabelde als draadloze sirenes en flitsers. Zie PGM: PER ANDERE voor
meer details.
Optie Programmeer instructies
PGM: BIJ MELDER
Zone-A Z:_ _
Zone-B Z:_ _
Zone-C Z:_ _
Zone D Z:_ _
Zone E Z:_ _
Zone F Z:_ _
Bepaal of de PGM-uitgang wordt geactiveerd bij de activering van één van de zes melders
(zones) van het systeem, ongeacht of het systeem ingeschakeld of uitgeschakeld is.
Om te configureren:
Druk op om het submenu PGM: PER SENSOR te openen en selecteer daarna de
zone die u wil programmeren, bijvoorbeeld Zone A. Als de zone reeds geconfigureerd
werd, zal het display het huidige zonenummer weergegeven (Z:xx) en als dit niet het
geval is zal het zonenummer leeg blijven (Z:_ _).
Druk op om het zonenummer te configureren. Voer het zonenummer (twee cijfers) in
waarvoor u de PGM-uitgang wilt activeren en druk op om te bevestigen.
Selecteer ZONE-ACTIVITEIT om te bepalen welke activiteit in de zone de PGM zal
activeren.
Opties: Open/Verstoord (standaard); Dicht; Aanwezig; Niet aanwezig; Licht AAN;
Licht UIT; Zeer Heet; Zeer HEET HRST; Koud; Koud HRST; Bevriezen; Bevriezen
HRST; Vriezer; Friezer HRST
Selecteer PGM ACTIVEER om het gedrag van de PGM te bepalen.
Opmerking: Indien u wisselen selecteert, zal de PGM-uitgang geactiveerd worden als er
iets gebeurt in één van deze zones en automatisch uitgeschakeld worden bij de volgende
gebeurtenis, alternerend.
Opmerking: Als het zonenummer moet bijgewerkt worden voor een bestaande PGM,
moet de PGM-actie gewijzigd worden om de update effectief te maken. Wijzig hiervoor de
PGM-actie in een tijdelijke waarde en ga dan terug naar het menu om het te wijzigen in de
gewenste actie
Selecteer ("Zone-B" en "Zone-F") om een andere melder toe te voegen en herhaal de
bovenstaande procedure.
Wanneer u klaar bent, drukt u op om terug te keren.