6 D-307494 PowerMaster-10/30 G2 Wijziging installatiehandleiding
Optie Programmeer instructies
Opmerking: Na het afsluiten van de installatiemodus zijn alle PGM-uitgangen
uitgeschakeld
Opties:
(standaard);
;
;
5.8 Vrije teksten
5.8.1 Vrij programmeerbare zone namen
Vanaf PowerMaster v20.2 werd de naam van 06: Aangepaste Namen and Aangep. Zonenaam werd gewijzigd:
Versie 19.4 of vroeger:
06:VRIJE TEKST ⋅⋅⋅ VRIJE ZONENAAM
Versie 20.2 of later:
06:VRIJE TEKST ⋅⋅⋅ ZONE NAMEN
5.8.4 Aangepaste zonetypes
Vanaf PowerMaster v20.2 is het mogelijk om tot twee aangepaste zonetypes te definiëren. De installateur kan deze
twee zonetypes configureren om te voldoen aan bepaalde installatievereisten en apparaten aansluiten op de
aangepaste zonetypes.
Ga om vanuit het menu een aangepast zonetype te definiëren naar:
06:VRIJE TEKST ⋅⋅⋅ ZONE TYPES
Open het submenu VRIJE TEKST 1 of VRIJE TEKST 2 en volg volgende instructies:
Optie Programmeer instructies
TYPE
Bepaalt het zonetype.
Bekijk de installatiehandleiding voor een beschrijving van de zonetypes.
Opties: Perimeter (standaard); Perim-Volgen; Binnen; Binnen-Volgen en 24h
DOORMELDEN
NAAR
Bepaalt naar waar de melding van de gebeurtenis wordt gestuurd.
Selecteer Privé om de gebeurtenis te melden via privé telefoon- of SMS-nummers.
Selecteer C.S. om de gebeurtenis te melden via het centrale controlestation,
Selecteer Prvé C.S. om de gebeurtenis te melden via zowel privé telefoon/SMS-nummers als
het centrale controlestation.
Opties: Privé (standaard); C.S.; en Privé en C.S.
ACTIVEER SIRENES
Bepaalt wanneer sirenes die op een zone aangesloten zijn worden geactiveerd bij een
gebeurtenis.
Selecteer Inschakelen om sirenes te activeren voor de zone.
Selecteer Uitschakelen om te voorkomen dat sirenes geactiveerd worden voor de zone.
Opties: Uitgeschakeld (standaard); en Ingeschakeld