69
• Gebruikvoorhetopladenvaneenaccumetlithiumtechniekalleeneenhiervoor
bestemdlaadapparaat.GewonelaadapparatenvoorNiCd-,NiMH-ofloodaccu‘s
mogen niet worden gebruikt; er bestaat brand- en explosiegevaar!
• Wanneerueenaccumetlithiumtechniekmetmeerdaneenceloplaadt,gebruik
dan altijd een zogenaamde balancer (bijv. in dit geleverde laadapparaat reeds
geïntegreerd).
• LaadLiPo-accu‘smeteenlaadstroomvanmax.1C.Ditbetekentdatdelaad-
stroom de op de accu vermelde capaciteitswaarde niet mag overschrijden (bijv.
accucapaciteit 1000 mAh, max. laadstroom 1.000 mA = 1 A).
NeembijLiFe-accu‘saltijddeinstructiesvandeaccufabrikantinacht.
• Deontlaadstroommagdeopdeaccuaangegevenwaardenietoverschrijden.
Als bijvoorbeeld bij een LiPo-accu een waarde van „20 C“ op de accu staat
aangegeven, dan komt de maximale ontlaadstroom overeen met 20 maal de
capaciteit van de accu (bijv. accucapaciteit 1000 mAh, max. ontlaadstroom 20 C
= 20 x 1.000 mA = 20 A).
Anders kan de accu oververhit raken, hetgeen kan leiden tot vervorming/bol gaan
staanvandeaccuoftoteenontplofngofbrand!
De aangegeven waarde (bijv. „20 C“) heeft doorgaans geen betrekking op de
permanente stroomsterkte maar op de maximale stroom die de accu kortdurig
kan leveren. De permanente stroomsterkte mag niet hoger zijn dan de helft van
deze aangegeven waarde.
• GeencelvaneenLiPo-accumagbeneden3.0V(LiFe=2.0V)wordenontladen;
hierdoor raakt de accu defect. Als het model niet is voorzien van een beveiliging
tegen diepontlading of een optische indicatie van de te lage accuspanning, stel
het gebruik van het model dan tijdig in.