NL: Installatiehandleiding
De 2000-Serie sirenes en flitslichten zijn bestemd
voor gebruik in analoge Aritech adresseerbare
brandbeveiligingssystemen die werken met het 2000-
Serie protocol. De sirenes kunnen in verschillende
werkstanden worden gezet.
LET OP: Dit product moet worden geïnstalleerd door
gekwalificeerd personeel in overeenstemming met
de TS54-14 specificatie en alle andere toepasselijke
lokale voorschriften.
Indien vereist, kan het mechanisme voor het
vergrendelen van de sirene op de grondplaat worden
geactiveerd door het dunne plastic deel, zie figuur 1a,
te verwijderen met een zijkniptang of vergelijkbaar
gereedschap. Een vergrendelde kop kunt u openen
door het rubber dopje uit het gat aan de zijkant van
de sirene te verwijderen en met een gereedschap in
het gat het klemmetje in te drukken terwijl u de kop
draait. Bij het weer monteren moeten de O-ring en het
dopje worden teruggeplaatst om de waterdichtheid
te garanderen.
In Fig. 1b wordt een alternatieve vergrendelingsmethode
getoond. Draai de zeskantborgschroef met een 1.5 mm
zeskantsleutel naar rechts tot de kop is vergrendeld.
Bedrading
Lijn Markering van de aansluiting
Lijn (positief) (3) L +
Lijn (negatief) (2) L -
Op de diepe grondplaat bevindt zich een
aardingsaansluiting voor het aansluiten van de
afscherming of de functionele aarding. Op de ondiepe
grondplaat kan aansluiting 5 hiervoor worden gebruikt.
Adressering
Voor elk apparaat is een numeriek adres tussen 1 en
128 vereist voor de identificatie. Dit wordt ingesteld
met de schakelaars 1-8 op de adreskeuzeschakelaar
(zie figuur 2).
Als dit apparaat wordt gebruikt in combinatie met
de FP1200/2000 reeks brandbeveiligingspanelen, dan
moet het een adres hebben van 80 of hoger als het
wordt gebruikt als sirene en flitslicht. Als het adres van
het apparaat lager is dan 80, dan werkt het alleen als
een sirene zonder flitslicht.
Toonkeuze/Volumeregeling/Flitsfrequentie
a. De toon van het apparaat wordt ingesteld met de
schakelaars 1-5 op de toonkeuze DIP-switch (zie figuur
2a). Zie de toontabel voor de complete lijst van toon/
DIP-switch instellingen.
b. Schakelaar 6 op de toonkeuze DIP-switch wordt
gebruikt voor het kiezen van het geluidsvolume (zie
figuur 2b). De standaardinstelling (schakelaar op OFF)
is hoog volume. Als de schakelaar op ON wordt gezet,
dan verzwakt het geluidssignaal met 8 dB.
c. Schakelaar 7 Flitsfrequentie: 0,5 Hz = OFF /1 Hz =
ON (zie figuur 2c).
Onderhoud en testen
Het basisonderhoud is beperkt tot een jaarlijkse
inspectie. Verander niets aan de interne bedrading of
circuits. Test alle apparaten na het installeren.
Producten die zijn gemerkt met dit symbool
mogen in de Europese Unie niet als ongesorteerd
huishoudelijk afval worden afgevoerd. Lever dit
product in bij uw leverancier bij aankoop van een
nieuw apparaat, of lever het in bij een daarvoor
aangewezen inzamelpunt voor recycling. Zie voor meer
informatie: www.recyclethis.info.
Voedingsspanning 17- 32 VDC
Inschakel piek bij 24 VDC <1,2 mA
Stroomverbruik (mA): Paneellus
Alarmsirene 5.1
Alarmitslicht bij 24 VDC 0,5 Hz 20
Alarmitslicht bij 24 VDC 1 Hz 40
Alarmsirene/-itslicht bij 24
VDC 0,5 Hz
25.1
Alarmsirene/-itslicht bij 24
VDC 1 Hz
45.1
Stand-by 0.31
Sirene:
Aantal tonen 32
Piekgeluidsniveau 97 dBA op 1 m*
Frequentiebereik 400 - 2850 Hz*
Flitslicht:
Flitsfrequentie 0,5 Hz / 1 Hz
Witte itsdekking (plafond) C-3-15 (530 m
3
)
Witte itsdekking (muur) W-3.5-11.5 (395,84 m
3
)
Rode itsdekking (plafond) C-3-9 (530 m
3
)
Rode itsdekking (muur) W-3-7.49 (168 m
3
)
Omgeving:
Vochtigheid 5 % tot 95 %
Werktemperatuur -10 °C tot +55 °C
Opslagtemperatuur -10 °C tot +55 °C
Kast Slagvast
Polycarbonaat
Gewicht (ondiepe grondplaat) 298 g
Gewicht (diepe grondplaat) 345 g
Apparaat typecode 0E (H)
Kabelgrootte min. 0,28 mm
2
max. 2,5 mm
2
IP-klasse IP21/IP65 (diepe
grondplaat)
Synchronisatie Automatisch
*EN54-3 gecerticeerd voor tonen 1, 2, 3, 6, 7 en 13.
Technische specificaties
Probleemoplossing
Controleer, voordat u afzonderlijke apparaten gaat
onderzoeken, of de bekabeling van het systeem geen
storing heeft. Aardstoringen op datalussen kunnen
communicatiefouten veroorzaken.
Probleem Mogelijke oorzaak
Geen reactie of
ontbreken
Onjuiste adresinstelling of onjuiste
bekabeling (polariteit omgekeerd)
Apparaat werkt
niet
Bedieningspaneel heeft onjuiste
oorzaak-en-gevolg programmering
www.acornfiresecurity.com
www.acornfiresecurity.com