65
(Vertaling van de originele instructies)
NEDERLANDS
Controleer regelmatig dat alle bescher-
mkappen en veiligheidsvoorzieningen
in goede staat zijn, dat ze de functie
vervullen waarvoor ze zijn bedoeld.
Vervang een beschadigde bescher-
mkap of andere veiligheidsvoorziening
voordat u de grasmaaier weer ge-
bruikt.
u Laat een ingeschakelde grasmaaier
nooit onbeheerd achter.
u Voordat u de grasmaaier reinigt, de
grasopvangzak verwijdert, het uitwerp-
schild vrijmaakt, de grasmaaier on-
beheerd achterlaat of aanpassingen,
reparaties of inspecties uitvoert, moet
u altijd de handgreep loslaten zodat
de grasmaaier wordt uitgeschakeld
en wachten tot het blad tot stilstand is
gekomen.
u Gebruik de grasmaaier alleen bij dagli-
cht of goed kunstlicht, wanneer voor-
werpen op de route van het maaiblad
duidelijk zichtbaar zijn voor wie met de
grasmaaier werkt.
u Werk niet met de grasmaaier wanneer
u onder invloed bent van alcohol of
drugs, of wanneer u moe bent of ziek.
Blijf altijd goed opletten, kijk wat u doet
en gebruik uw gezond verstand.
u Vermijd gevaarlijke omgevingen. Ge-
bruik de grasmaaier nooit in vochtig of
nat gras en nooit wanneer het regent.
Zet altijd uw voeten goed neer, wandel
en ren nooit.
u Laat, als de grasmaaier ernstig gaat
trillen, de handgreep los, wacht tot het
blad tot stilstand is gekomen en onder-
zoek vervolgens onmiddellijk wat de
oorzaak van het trillen is. Trillen is over
het algemeen een waarschuwing voor
problemen. Zie het hoofdstuk Proble-
men oplossen voor advies in het geval
van abnormale trilling.
u Draag altijd goede bescherming voor
uw ogen en luchtwegen wanneer u
met de grasmaaier werkt.
u Gebruikt u hulpstukken die niet worden
aanbevolen voor deze grasmaaier, dan
kan dat leiden tot gevaarlijke situaties.
Gebruik uitsluitend accessoires die zijn
goedgekeurd door BLACK+DECKER.
u Reik nooit buiten uw macht tijdens het
werken met de grasmaaier.
Zorg er altijd voor dat u stevig staat en
dat u niet uw evenwicht verliest tijdens
het werken met de grasmaaier.
u Maai dwars over een helling, nooit om-
hoog en omlaag. Ga zeer voorzichtig
te werk wanneer u op een helling van
richting verandert.
u Pas op voor gaten, wielsporen, hob-
bels, stenen of andere verborgen
voorwerpen. Op oneffen terrein kunt
u uitglijden en vallen. Hoog gras kan
obstakels verbergen.
u Maai niet op nat gras of al te steile
hellingen. Als u niet stevig staat, kunt u
uitglijden en vallen.
u Maai niet in de buurt van taluds, sloten
of kades.
U zou kunnen uitglijden of uw even-
wicht verliezen.
u Laat de maaier afkoelen voordat u
deze opbergt.