37
moeten de metalen delen afgedroogd worden om roest-
vorming te voorkomen.
WASSEN
De binnen- en buitenbekleding van de draagmand en het
matrasje kunnen worden verwijderd en gewassen; raad-
pleeg hiervoor de paragraaf DRAAGMAND LEEGMAKEN.
Het wordt aanbevolen de wasinstructies op het etiket aan
het hoofdeinde zorgvuldig op te volgen.
Hieronder worden de wassymbolen en de betekenis ervan
weergegeven:
Met koud water met de hand wassen
Niet bleken
Niet in de droogtrommel drogen
Niet strijken
Niet chemisch laten reinigen
ONDERHOUD
Droog de metalen delen af, om roestvorming te voorko-
men. Niet in water dompelen. Reinig de kunststof delen
regelmatig met een vochtige doek. Houd de bevestigings-
delen van de draagmand en de wandelwagen vrij van stof
en zand, om wrijving te voorkomen. Laat het artikel niet
gedurende langere tijd in de zon staan; de stof kan hier-
door verbleken. Enkel indien nodig met droge siliconenolie
smeren. Geen oplos- of schuurmiddelen voor de reiniging
gebruiken.
KENMERKEN VAN DE DRAAGMAND
De draagmand bestaat uit de volgende delen: stoen be-
kleding, kap, afdekzeil, uitneembaar matrasje, comfort kit
(twee schouderriempjes en een tussenbeenstuk), uitneem-
bare kit voor vervoer in de auto.
1. Bij levering is de stoen bekleding van de draagmand al
gemonteerd (afb. 1).
KAP
De draagmand is voorzien van een zonnekap en een wind-
scherm dat in verschillende standen kan worden afgesteld, en
bovenaan van een opening om de draaghandgreep te bereiken.
2. Om de kap op de draagmand te monteren dient u de greep
van de draagmand omhoog te trekken en verticaal te zetten
(afb. 2A), plaats de kap op de greep en maak de vier druk-
knopen op de rand van de kap vast op de overeenkomstige
drukknopen op de stof van de draagmand (afb. 2B).
3. Om de kap op de greep te bevestigen wikkelt u de stof
van de kap rond de greep, maak de twee drukknopen op
de koppeling vast (afb. 3A) en sluit de klittenbanden rond
de greep (afb. 3B). Trek om te beëindigen het stuk stof
van de kap over de greep (afb. 3C).
OPENING ACHTERKANT
4. Voor goede ventilatie is de kap voorzien van een opening
aan de achterkant; vouw hiervoor de stoen strook bo-
ven op de kap open (afb. 4).
KAP
5. Aan de binnenkant van de kap bevindt zich een stoen
ring, waaraan zacht speelgoed bevestigd kan worden
(afb. 5).
AFDEKZEIL
6. Voeg beide ritssluitingen in en plooi ze dicht om het de-
kentje vast te maken ter hoogte van de voeten van het
kind (afb. 6A) Haak vervolgens de stoen lap van het
afdekzeil aan de kap met de twee drukknopen (afb. 6B).
Om het kind beter te beschermen kunt u de stoen lap
verticaal gebruiken en hem bevestigen met de speciale
openingen (afb. 6C).
REGELBARE RUGLEUNING - COMFORT-SYSTEEM
7. De rugleuning van de draagmand kan geleidelijk wor-
den afgesteld. Om de rugleuning omhoog en omlaag te
doen draait u aan het wieltje aan de buitenkant van de
draagmand, aan het voeteneinde (afb. 7).
DRAAGHANDGREEP
8. De draagmand is uitgerust met een handige draaghand-
greep die in drie standen kan worden versteld (afb. 8): A)
Draagstand B) Middelste stand C) Ruststand.
9. Om de handgreep verticaal te zetten, pakt u hem in het
midden vast en trekt u hem omhoog tot u hoort dat hij
vastklikt (afb. 9A); om de greep in de middelste stand te
zetten drukt u tegelijkertijd op de twee drukknoppen
op de koppeling van de greep; om de greep niet in de
middelste stand te laten staan en in de ruststand te zet-
ten voert u dezelfde handeling uit en duwt u de greep
omlaag (afb. 9B).
WAARSCHUWING: De draagmand mag niet worden ver-
voerd met de handgreep in de middelste of in de ruststand,
maar alleen met de handgreep in de draagstand (verticaal).
DRAAGMAND LEEGMAKEN
Voordat u de bekleding van de draagmand verwijdert,
maakt u de veiligheidsgordels los (zie paragraaf “Gebruik vei-
ligheidsgordels draagmand”) en verwijdert u de comfort kit
(zie paragraaf “Gebruik van draagmand in auto"). Om de kap
en het afdekzeil te verwijderen herhaalt u de onder punten
2, 3 en 6 beschreven handelingen in omgekeerde volgorde.
10. Om de stof van de draagmand te verwijderen:
• verwijder de plastic stroken aan de zijkanten van de
draagmand (afb. 10A)
• vouw de binnenstof naar achter (afb. 10B)
• maak de twee elastiekjes aan beide zijden van de struc-
tuur los uit de openingen van het frame (afb. 10C), door
ze door de openingen te duwen
• verwijder de stof van de pen aan het hoofdeinde van
de draagmand (afb. 10D) en trek de stof onder de struc-
tuur van de draagmand door totdat de stof volledig
verwijderd is (afb. 10E).
DRAAGMAND AANKLEDEN
Om de bekleding op de draagmand aan te brengen voert
u de hieronder beschreven handelingen uit en raadpleegt
u de afbeeldingen van de verwijdering van de bekleding in
omgekeerde volgorde.
Breng de stoen bekleding aan, begin aan het voetenein-
de van de draagmand, trek hem over de gehele structuur,
steek de elastiekjes aan de zijkanten van de draagmand in
de daarvoor bestemde openingen, breng de plastic stro-
ken aan en voer de bekleding verder uit, controleer of de
pennen en de knop aan het hoofdeinde niet door de stof
bedekt worden.
VEILIGHEIDSGORDELS DRAAGMAND EN COMFORT KIT
11. Het veiligheidssysteem (afb. 11) bestaat uit twee delen:
A. Onderste gedeelte
B. Bovenste gedeelte
WAARSCHUWING: De veiligheidsgordels mogen uitslui-
tend gebruikt worden om het kind in de auto te vervoeren.
12. Steek de riemen met gesp, die het onderste gedeelte
(A) van het veiligheidssysteem vormen, in de daarvoor
bedoelde openingen van het matrasje en van de struc-
tuur, zoals getoond op afbeelding 12A, 12B.
13. Neem het bovenste gedeelte B vast aan de zijde van de
bevestigingsgesp, tegenover de regelaar (afb. 13A), en
steek hem in de daarvoor bedoelde opening van het ma-
trasje en van de structuur (afb. 13B). Wanneer de gesp zich
aan de andere zijde van de structuur bevindt, doet u de
riem op de basis lopen en steekt u hem in de tweede ope-
ning (afb. 13C, 13D, 13E).
WAARSCHUWING: Controleer of de riemen goed gespan-
nen zijn en niet om zichzelf gedraaid zijn.
14. Positioneer de comfort kit, die bestaat uit twee schou-
derriemen en een tussenbeenbescherming, zoals ge-
toond op afbeelding 14.
15. Bevestig de gespen aan de uiteinden van het bovenste
gedeelte van het veiligheidssysteem (A) met het vast/
losmaaksysteem aan het uiteinde van het onderste ge-
deelte van het veiligheidssysteem (B), zoals getoond op
afbeelding 15.
16. Pas de gordels aan de lichaamsbouw van het kind aan
met de speciale regelaar (afb. 16).
GEBRUIK VAN DRAAGMAND IN AUTO
WAARSCHUWING: Volg de instructies voor de montage
en de installatie van het product nauwgezet. Laat niemand
het artikel gebruiken zonder eerst de instructies te hebben
gelezen.
• Bewaar deze handleiding bij het product.
• Bevestig bij gebruik in de auto de draagmand uitsluitend
met de meegeleverde kit voor vervoer in de auto; deze
kit kan alleen gebruikt worden om de draagmand vast te
snoeren.
• Geen enkel veiligheidsproduct kan de totale veiligheid
van het kind bij een ongeluk garanderen, maar het ge-
bruik van dit artikel kan wel de kans op letsel en dood van
het kind verminderen.
• Onjuist gebruik van het artikel verhoogt de kans op ern-
stig letsel van het kind, niet alleen bij ongevallen maar ook
in andere situaties.
• Vervang het product indien het beschadigd, vervormd of
ernstig versleten is: het kan de oorspronkelijke veiligheids-
kenmerken hebben verloren.
• Wijzig niets aan het artikel en voeg er niets aan toe zon-
der toestemming van de fabrikant. Breng geen niet door
de fabrikant geleverde accessoires, reserve-onderdelen of
onderdelen aan.
• Laat het kind absoluut nooit, om geen enkele reden, zon-
der toezicht in de draagmand achter.
• Zorg ervoor dat de draagmand altijd aan de autozitting
bevestigd is: ze zou tegen de passagiers kunnen stoten en
ze verwonden.