NL
166
• Personen die oververmoeid zijn of licha-
melijk geen last kunnen dragen, mogen
de kettingzaag niet bedienen.
• Houd de handgrepen droog en vrij van
vet. Gladde handgrepen kunnen tot
ongevallen leiden.
• Houd het elektrische gereedschap
tijdens de werkzaamheden met beide
handen vasten en zorg voor een veilige
positie. Met twee handen wordt het elek-
trische gereedschap veiliger gebruikt.
• Laat geen gereedschap, voorwerpen of
kabels in het werkgebied van het toe-
stel liggen. Door te struikelen, kunt u
zich aan het elektrische gereedschap ver-
wonden.
• Zorg ervoor dat alle veiligheidsvoorzienin-
gen en handgrepen bij gebruik van het
toestel zijn gemonteerd.
• Probeer nooit om een onvolledig gemon-
teerd toestel of een toestel met niet-toe-
gestane wijzigingen in gebruik te nemen.
• Wacht tot het elektrische gereedschap tot
stilstand is gekomen vooraleer u het neer-
legt.
• Gebruik geen accessoires die niet spe-
ciaal voor dit elektrische gereedschap
zijn voorzien en niet door de fabrikant
worden aanbevolen. Alleen het feit dat u
de accessoire op uw elektrische gereed-
schap kunt bevestigen, garandeert niet
dat dit veilig kan worden gebruikt.
• Neem in acht dat bewegende onderdelen
zich ook achter ventilatie- en ontluch-
tingsopeningen kunnen bevinden.
• De beveiliging moet met een aardlek-
schakelaar (FI-schakelaar) met een lek-
stroom van niet meer dan 30 mA gebeu-
ren.
• Leg de kabel zo neer, dat deze tijdens het
zagen niet in takken of iets dergelijks ver-
strikt kan raken.
• Werk nooit zonder velkam. Demonteer
nooit de velkam.
• Beginners moeten als minimale oefening
ronde boomstammen op een zaagbank of
onderstel zagen.
• Wanneer de voedingskabel beschadigd
is, moet deze door een speciaal uitge-
ruste kabel worden vervangen, die bij de
servicedienst verkrijgbaar is.
• Het veranderen van de stekker of van de
voedingskabel moet altijd door de fabri-
kant van het elektrische gereedschap of
door de servicedienst van de fabrikant
worden uitgevoerd.
• Symbolen die zich op uw apparaat bevin-
den, mogen niet worden verwijderd of
afgedekt. Onleesbaar geworden aanwij-
zingen op het apparaat moeten onmiddel-
lijk worden vervangen.
Gevaar door trilling
De in de technische gegevens vermelde tril-
lingswaarde vertegenwoordigt de hoofdza-
kelijke toepassingen van het apparaat. De
effectief tijdens het gebruik aanwezige trilling
kan op basis van volgende factoren hiervan
afwijken:
• Niet-reglementair voorgeschreven
gebruik;
• Ongeschikt inzetgereedschap;
• Ongeschikt materiaal;
• Onvoldoende onderhoud.
U kunt de gevaren duidelijk verminderen als u
zich aan volgende aanwijzingen houdt:
– Onderhoud het apparaat in overeenstem-
ming met de in de gebruiksaanwijzing ver-
melde instructies.
– Vermijd het werken bij lage temperaturen.
– Houd uw lichaam en in het bijzonder de
handen bij koud weer warm.
Neem vóór de ingebruikname de
veiligheidsinstructies in acht.
Lees voorafgaand aan de inge-
bruikname de gebruiksaanwijzing
en neem deze in acht.
Bescherm het apparaat tegen
vocht. Droog bewaren.
Stekker onmiddellijk van het
stroomnet loskoppelen, wanneer
de leiding beschadigd of doorge-
sneden is.
Gedeelte waarin gevaar voor terug-
slag bestaat
Houd het apparaat altijd stevig met
beide handen vast.
Altijd op een veilige afstand hou-
den.
VOORZICHTIG! Gevaar voor ver-
wondingen door trilling! Vooral bij
personen met bloedsomloopstoornis-
sen kan het door trilling tot aantasting
van bloedvaten of aders komen.
Bij volgende symptomen onderbreekt
u onmiddellijk het werk en raadpleegt
u een arts: inslapen van lichaamsde-
len, gevoelsverlies, jeuk, steken, pijn,
veranderingen van de huidskleur.