Handleiding voor gebruik en onderhoud
2
FWEC3
Advanced plus electr
onic controller
FC66002765
noodzakelijk om aan het einde van de pr
ogrammering de
voeding los en weer vast te koppelen)
-0: deactiveert de seriële communicatie
-1-247: slave
-255: master
■ P03 = neutrale zone [20-50°C/10]; parameter gebruikt
in het geval van confi guraties met commutatie automatisch
afkoelen/opwarmen naar aanleiding van de luchttemperatuur.
■ P04 = Meter water:
-0: niet voorzien
-1: voorzien
Naar aanleiding van de ingestelde waarde wordt het
desbetreffende alarm meter en vrijgave voor de elektrische
weerstand op passende wijze ingesteld.
■ P05 = Confi guratie gebruik DIN 1/2
- 0: DIN1 = - DIN2 = -
- 1: DIN1 = - DIN2 = OnOff
- 2: DIN1 = Zom/Wint DIN2 = -
- 3:
DIN1 = Eco DIN2 = -
- 4: DIN1 = Zom/Wint DIN2 = On/Off
- 5: DIN1 = Eco DIN2 = On/Off
- 6: DIN1 = Zom/Wint DIN2 = Eco
■ P06 = logica DIN1:
- 0: [open/dicht] = [Afkoelen/Verwarmen] = [-/ECO]
- 1: [open/dicht] = [Afkoelen/Verwarmen] = [ECO/-]
■ P07 = logica DIN2:
- 0: [open/dicht] = [Off/On] = [-/ECO]
- 1: [open/dicht] = [On/Off] = [ECO/-]
■ P08 = Remote vochtigheidsmeter:
- 0 : niet voorzien
- 1 : voorzien
Aan de hand van de ingestelde waarde zal eventueel het
alarm meter bestuurd worden.
■ P09 = confi guratie DOUT1:
- 0: niet gebruikt
- 1: indicatie functioneringsmodaliteit
- 2: indicatie unit koelt af/verwarmt
- 3: indicatie unit koelt af
- 4: indicatie unit verwarmt
- 5: indicatie ON/OFF
- 6: indicatie aanwezigheid meteralarm
- 7: activering externe ontvochtiging
- 8: activering externe bevochtiging
- 9: indicatie hoge omgevingtemperatuur
- 10: indicatie lage omgevingtemperatuur
- 11: niet gebruikt
- 12: indicatie lage watertemperatuur
(zie “Confi guratie van de digitale uitgangen”)
■ P10 = logica DOUT1:
- 0: niet gebruikt
- 1: indicatie functioneringsmodaliteit
(zie “Confi guratie van de digitale uitgangen”)
■ P11 = confi guratie DOUT2: net als parameter P09 maar in
dit geval voor de digitale uitgang 2. (zie “Confi guratie van
de digitale uitgangen”)
■ P12 = logica DOUT2: net als parameter P10 maar in dit
geval voor de digitale uitgang 2. (zie “Confi guratie van de
digitale uitgangen”)
■ P13 = SET-waarde relatieve omgevingsvochtigheid (zie
“Confi guratie van de digitale uitgangen”)
■ P14 = confi guratie AOUT1/2: Confi guratie van de twee
analoge uitgangen 0-10V naar aanleiding van het soort
ventilator (ongemoduleerd of gemoduleerd) en het soort
klep/pen (ON/OFF of gemoduleerd). Raadpleeg voor ver-
dere details “Confi guratie van de analoge uitgangen”.
TOETSENBORD (ZIE AFBEELDING 3)
On/Of
f toets: inschakeling/uitschakeling
thermostaat. Tijdens de procedure voor het wijzigen
van de parameters maakt deze toets het mogelijk
om naar de normale functionering terug te keren.
Up en Down toetsen: wijziging van de temperatuur
voor het r
egelen van de Thermostaat (Opwarmen:
[5.0-30.0°C], Afkoelen: [10.0-35.0°C]). Tijdens de
procedure voor het wijzigen van de parameters
worden deze toetsen gebruikt om de parameters
te selecteren of de waarde hiervan te wijzigen.
SEL toets: in de modaliteit Opwarmen keuze van
de elektrische weerstand als hulpfunctie.
Mode toets: keuze van de functioneringsmodaliteit
Opwarmen / Afkoelen
Fan toets: keuze van de functioneringssnelheid
EC toets: keuze van de Economy modaliteit
COMBINATIE VAN GEACTIVEERDE TOETSEN
■
Met de thermostaat op OFF: toegang tot de
confi guratieparameters van de kaart (password=10)
■ Met de thermostaat op ON: Tijdelijke weergave van de
watertemperatuur (als deze meter aanwezig is en als
hij op correcte wijze met behulp van de parameter P04
geconfi gureerd is) en de tijdspanne die op de interne klok
ingesteld is
■ Keuze van de functionering Minimumtemperatuur
■
Selectie ontvochting
■
Blokkering/deblokkering toetsenbord (password=99)
■ toegang tot de confi guratieparameters van de tijdspannen
(password=5)
Als de weergave niet normaal is, wordt het display, ongeveer
2 minuten na de laatste druk op een willekeurige toets van
het toetsenbord, in de modaliteit voor de standaardweergave
gebracht.
CONFIGURATIE KAART
De kaart kan aan de hand van het soort te bestur
en terminal/
installatie geconfi gureerd worden door middel van de wijziging
van een aantal parameters.
LIJST PARAMETERS
■
P00 = confi
guratie bediening ( zie “Voorziene Confi guraties”)
om het soort te besturen terminal te selecteren.
■ P01 = soort installatie van de bediening
-000: op de terminal
-001: wand
■ P02 = Modbus adres (om de wijziging van deze
parameter te activeren (met uitzondering van de
interne passage tussen waarden) is het