Handleiding voor gebruik en onderhoud
12
FWEC3
Advanced plus electr
onic controller
FC66002765
PROCEDURE VOOR TOEGANG TOT PARAMETERS
■
Druk tegelijkertijd op de toetsen
en
■
Gebruik de toetsen
om de waar
de van het display
te wijzigen tot de password waarde 5, en druk vervolgens
op
. Indien corr
ect verkrijgt u toegang tot de parame-
ters.
■
Gebruik de toetsen
om langs de verschillende
parameters te lopen (zie “Lijst Parameters”).
■
Druk op
om de wijziging van de parameter te acti-
ver
en (de waarde begint te knipperen).
■
Gebruik de toetsen
om de waar
de te veranderen.
■ Druk op
om de nieuwe ingestelde waar
de op te
slaan of om de wijziging te wissen.
■
Druk op de toets
om de pr
ocedure te verlaten als
u eenmaal de betreffende parameters gewijzigd heeft.
VRIJGAVE VAN WATER
De vrijgave voor de activering van de ontvochting is gebonden
aan de controle van de watertemperatuur. Hierop volgt de
desbetreffende logica voor de vrijgave.
De uitgebleven vrijgave voorziet in de tijdelijke afremming van
de logica voor ontvochting. Hetzelfde gebeurt in het geval dat
de meter losgekoppeld wordt.
N.B.: als eenmaal de referentie vochtigheid bereikt
wordt of de bediening op Off gezet wordt, zal
de ontvochtig gedeactiveerd worden.
DISPLAY
Het display geeft de volgende informatie weer:
■ Ontvochting geactiveerd: oplichtend symbool
■
Ontvochting tijdelijk gedeactiveerd: knipperend symbool
CONFIGURATIE VAN DE TIJDSPANNEN
ALGEMENE FUNCTIONERING
De confi
guratie van de tijdspannen wordt uitgevoerd door de
speciale parameters (parameters H) op juiste wijze en in de
correcte volgorde in te stellen. De procedure voor toegang tot
de parameters en de betekenis van elke parameter worden in
de volgende paragrafen beschreven. Het is mogelijk om twee
verschillende functioneringen met tijdspannen in te stellen:
■ tijdprogrammering ON/OFF: Elke tijdspanne komt overeen
met de staat ON of de staat OFF van de bediening en dus
wordt de bediening automatisch in- of uitgeschakeld naar
aanleiding van de tijdspanne waarin de bediening zich
bevindt.
■ tijdprogrammering van de SET-waarde van de omgevin-
gstemperatuur: Elke tijdspanne komt overeenmet een
bepaalde SET-waarde van de ZOMERtemperatuur (voor
afkoelen) of een SET-waarde van de WINTERtemperatuur
(voor verwarmen) welke automatisch door de bediening
gebruikt zullen worden als SET-waarde van de temperatuur
(en die door de gebruiker gewijzigd kunnen worden met
een interval van ±2°C) naar aanleiding van de tijdspanne
en de functioneringsmodaliteit waarin de bediening zich
bevindt.
Het is mogelijk om twee verschillende dagprofi elen vast te
stellen. Elk profi el is onderverdeeld in drie tijdspannen. Het
is mogelijk om elke dag van de week te associÎren met een
van de twee verschillende profi elen.
DAGPROFIEL 1 (AFBEELDING 6):
WAARIN
A TIJDPANNE 1
B TIJDPANNE 2
C TIJDPANNE 3
DAGPROFIEL 2 (AFBEELDING 7)
A TIJDPANNE 1
B TIJDPANNE 2
C TIJDPANNE 3
W
ATERTEMP.