68
NEDERLANDS
10. Trek de hendel
2
naar rechts, til de voorkant van de tafel
4
(Afb.L4) omhoog en kantel
het geheel over 180° totdat de plaat
55
van de tafelvergrendeling
56
automatisch in de
grendel grijpt en het tafelblad in de tafelzaagmodus vergrendelt (Afb. L5).
11. Verwijder de beschermkap onder detafel.
Monteren van de bovenste zaagbladbescherming (Afb. N)
De bovenste zaagbladbescherming
23
is ontworpen voor een snelle en makkelijke montage
aan het spouwmes
22
wanneer de machine staat opgesteld voor detafelzaagmodus.
1. Breng de sleuf in de achterkant van de beschermkap op een lijn met het spouwmes,
terwijl u de beschermkap verticaalhoudt.
2. Laat de beschermkap over het spouwmes
22
zakken. Zorg ervoor dat de as van de bout
in de uitsparingvalt.
3. Draai de beschermkap in horizontalepositie.
WAARSCHUWING: Gebruik de machine nooit als tafelzaag zonder dezebeschermkap.
Monteren en afstellen van de zij-aanslag (Afb. O1–O5)
De parallelaanslag
24
kan aan beide kanten van het zaagblad wordengeplaatst.
1. Schuif de houder
85
erop van links of rechts (Afb. O1). De klemplaat haakt vast achter de
voorrand van detafel.
2. Schuif de aanslag vlak tegen het zaagbladaan.
3. Duw de hendel
86
omlaag om de aanslag op zijn plaats tevergrendelen.
4. Controleer of de geleider parallel aan het bladloopt.
Het afstellen geschiedt als volgt:
1. Draai de blokkeerknoppen
87
los en schuif de aanslag naar achteren om toegang te
verkrijgen tot de afstelbouten
88
in de bovenkant van de aanslag (Afb. O2).
2. Draai met behulp van de steeksleutel de stelbouten los die de aanslaghouder op de
geleidersteunvastzetten.
3. Pas de geleider zodanig aan, dat deze parallel aan het blad loopt door de afstand tussen
het blad en de geleider aan de voorkant en aan de achterkant van het blad tecontroleren.
4. Zet zodra de aanpassing is uitgevoerd de stelbouten weer vast en controleer nogmaals of
de geleider parallel aan het bladloopt.
5. Controleer of de wijzer
89
nul aanwijst op de schaal (Afb. O3). Als de wijzer niet exact nul
aanwijst, draai dan de schroef
90
los, beweeg de wijzer zodat hij 0° aangeeft en draai de
schroefvast.
De standaard opstelling van de aanslag is aan de rechterkant van het zaagblad. Om
de aanslag voor gebruik aan de linkerkant van het zaagblad voor te bereiden, gaat u
als volgt te werk (Afb. O4):
1. Verwijder de blokkeerknoppen
87
.
2. Schuif het aanslagprofiel
91
uit deklemsteun.
3. Draai de klemsteun
92
om en breng de blokkeerknoppen weeraan.
4. Schuif de aanslag op deklemsteun.
5. Draai de knoppenaan.
De aanslag is omkeerbaar: het werkstuk kan langs de aanslagkant van 75 mm hoog
of langs de aanslagkant van 11 mm hoog worden geleid, zodat het duwhout ook bij
het langszagen van dunne werkstukken kan worden gebruikt (Fig O5).
1. Draai, om de zijde van 11 mm te gebruiken, de blokkeerknoppen
87
los en schuif de
aanslag
91
uit de klemsteun
92
.
2. Draai de aanslag en laat de klemsteun weer in de groef vallen, zoals weergegeven (Afb.
O5).
3. Schuif, om de volledige hoogte van 75 mm te gebruiken, de aanslag met de brede zijde
verticaal in de klemsteun (Afb. O4).
WAARSCHUWING: Gebruik het 11 mm profiel om bij het zagen van dunne werkstukken
ervoor te zorgen dat tussen het zaagblad en de aanslag nog ruimte is voor het duwhout.
De achterkant van de aanslag moet gelijk zijn met de voorkant van hetspouwmes.
Omstellen van tafelzaag tot verstekzaag (Afb. A3, E, L1, L2)
1. Verwijder de parallelle langsgeleiding
24
, als die is gemonteerd (Afb. A3).
2. Verwijder de bovenste beschermkap
23
.
3. Plaats de beschermkap
51
terug onder de zaagtafel (Afb. E).
4. Ga te werk als beschreven in Omdraaien van de zaagkop en tafel.
5. Draai bout
81
van het spouwmes los en verwijder het spouwmes
22
, terwijl u
de zaagbladbeschermkap
8
vasthoudt (Afb.L1). OPMERKING: Draai de bout vast
nadat u het spouwmes hebt verwijderd, zodat de bout niet de verplaatsing van de
zaagbladbeschermkap kanbelemmeren.
6. Laat de zaagbladbeschermingzakken.
7. Plaats het spouwmes
22
in zijn opbergpositie in de binnenkant van het onderstel
(Afb.A3).
8. Breng de glijdende langsgeleiding
7
weer in positie (Afb. L2).
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de veiligheidsinstructies en van toepassing
zijndevoorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
zet u het gereedschap uit en ontkoppelt u het van de stroomvoorziening, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of accessoires verwijdert/installeert.
Het onbedoeld opstarten kan letselveroorzaken.
WAARSCHUWING:
• Zet het werkstuk stevigvast.
• Oefen geen overmatige druk uit op de machine. Geef geen zijdelingse druk op
hetzaagblad.
• Voorkomoverbelasting.
Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig uw ergonomische condities
waar het betreft hoogte en stabiliteit van het werkblad. De plaats van de machine moet zo
worden gekozen dat de gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de
machine heeft voor het zonder enige beperkingen werken met het werkstuk. Verminder de
effecten van trillingen door ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur niet te koud is,
de machine en de accessoires goed zijn onderhouden en dat de omvang van het werkstuk
geschikt is voor dezemachine.
Voor gebruik:
• Breng het juiste zaagblad aan. Gebruik geen overmatig versleten zaagbladen. Het zaagblad
moet geschikt zijn voor het maximum toerental van demachine.
• Probeer niet om extreem kleine werkstukken tezagen.
• Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagbladuit.
• Forceer het zagenniet.
• Laat de motor voor het zagen op volle toerenkomen.
• Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaidzijn.
In- en uitschakelen (Afb. A1, P1–P3)
De machine heeft twee onafhankelijke schakelsystemen. In de verstekzaagmodus wordt
de bedieningsschakelaar
13
gebruikt (Afb. P1). In de tafelzaagmodus wordt de aan/uit-
schakelaar
1
gebruikt (Afb. P2). In de schakeldoos is een bescherming tegen overbelasting
van de motor met handmatige reset geïntegreerd. Neem de volgende maatregelen bij een
stroomonderbreking:
• Controleer of de machine isuitgeschakeld.
• Druk op de resetknop
11
.
Verstekzaagmodus (Afb. P1)
De schakelaar is voorzien van een gat
93
om een hangslot door te steken om de schakelaar
uit bedrijf tevergrendelen.
• Druk de bedieningsschakelaar
13
in om de machine testarten.
• Stop de machine door de schakelaar los telaten.
Tafelzaagmodus (Afb. P2, P3)
De aan/uit-schakelaar biedt een aantal voordelen:
Spanningsloze uitschakeling: wordt de spanning om een of andere reden uitgeschakeld, dan
moet de schakelaar opnieuw ingedruktworden.
extra veiligheid: het veiligheidsdeksel
94
kan worden vergrendeld door een hangslot door de
gaten
95
&
96
te steken. De plaat dient ook als een gemakkelijk bereikbare stopknop omdat
u met een druk op de voorzijde van de plaat ook de stopknop kuntindrukken.
• Druk op de groene startknop
97
om de machine in teschakelen.
• Druk op de rode stopknop
98
om de machine uit teschakelen.
Vergrendelen van de schakelaars
• Om onbevoegd gebruik van de machine te voorkomen, vergrendelt u beide schakelaars
met behulp vanhangsloten.
Basis zaagsneden
WAARSCHUWING: Wanneer u bepaalde extreme hoeken wilt zagen, zult u de linker of
rechter langsgeleiding misschien moetenverwijderen.
U kunt de linker langsgeleiding
7
verwijderen door de afstellingsknop
77
enkele slagen los
te draaien en de langsgeleiding naar buiten te schuiven (Afb.Q3).
Plaats de langsgeleiding altijd weer voor het maken van rechtsezaagsneden.
Zagen in de verstekzaagmodus
Het is gevaarlijk en verboden om de zaag zonder beschermkappen te gebruiken. Let erop dat
de beschermkappen juist zijn gemonteerd alvorens met zagen tebeginnen.
• Zorg ervoor dat de beschermkap onder de tafel niet verstopt raakt metzaagsel.
• Zet het werkstuk altijd klem wanneer u niet-ijzerhoudende metalenzaagt.
Algemene bediening
• Bij gebruik als verstekzaag wordt de zaagkop automatisch vergrendeld in de
bovensteruststand.
• De zaagkop wordt ontgrendeld door de beschermkap-ontgrendeling in te drukken. De
beweegbare onderbeschermkap wordt geopend door de zaagkop tebewegen.
• Probeer nooit de onderste beschermkap tegen te houden wanneer deze, na het voltooien
van de zaagsnede, weer naar rustpositieterugkeert.
• Het afgezaagde materiaal moet minimaal 10 mm langzijn.
• Voor het zagen van korte werkstukken (min. 190 mm links of rechts van het zaagblad),
raden wij u aan de optionele materiaalklem tegebruiken.
• Bij het zagen van dunwandige PVC profielen is het aan te bevelen een houtprofiel onder
het materiaal te plaatsen, zodat het wordt ondersteund op die punten waar dit vereistis.
Het werkstuk vastklemmen (Afb. A4, M)
WAARSCHUWING: Een werkstuk dat voor een zaagsnede is vastgeklemd,
uitgebalanceerd en bevestigd, kan uit balans raken wanneer de zaagsnede is voltooid.
Een niet-uitgebalanceerde belasting kan de zaag of alles waar de zaag op is bevestigd,
zoals een tafel of een werkbank, doen kantelen. Ondersteun, wanneer u een zaagsnede