115
NEDERLANDS
Algemene zaagtechnieken
Vellen
Het proces van het omzagen van een boom. Zaag geen bomen
om bij harde wind.
WAARSCHUWING: Bij het vellen van bomen kunnen
personen gewond raken. Het mag alleen worden
uitgevoerd door een getraind iemand.
• Voordat met zagen wordt begonnen, moet een uitwijkroute
worden gepland en zo nodig worden vrijgemaakt. Het
uitwijkpad moet zich uitstrekken naar achteren en diagonaal
op de achterzijde van de verwachte valrichting van de
boom, zoals onderstaand weergegeven.
RICHTING
VAN
VALLEN
UITWEG
45°
BOOM
45°
UITWEG
• Kijk, voordat u met het vellen van een boom begint,
naar de natuurlijke groeirichting van de boom, de plaats
van de grotere takken en de windrichting, zodat u kunt
beoordelen waar de boom heen zal vallen. Houd wiggen
(hout, kunststof of aluminium) en een zware houten
hamer in gereedheid. Verwijder vuil, stenen, losse schors,
spijkers, nagels en draad uit de boom, op de plaats waar de
zaagsneden voor het vellen worden uitgevoerd.
• Zaagsnede als inkeping - Maak de inkeping tot op 1/3 van
de diameter van de boom, haaks op de valrichting. Maak de
onderste horizontale inkeping eerst. Dit helpt te voorkomen
dat de kettingzaag of het zwaard bekneld raakt, wanneer
de tweede inkeping wordt gezaagd, zoals onderstaand
weergegeven.
• Zaagsnede voor het vellen - maak de zaagsnede voor
het vellen ten minste 51mm hoger dan de horizontale
inkeping. Houd de zaagsnede parallel aan de horizontale
inkeping. Maak de zaagsnede voor het vellen zo dat er
voldoende hout overblijft dat kan dienen als scharnier. Het
scharnierende hout maakt dat de boom niet kan draaien en
in de verkeerde richting vallen. Zaag het scharnier niet door,
zoals onderstaand weergegeven.
• Naarmate de zaagsnede voor het vellen in de buurt komt
van het scharnierpunt, moet de boom beginnen te vallen.
Als de kans bestaat dat de boom niet in de gewenste
richting valt of als de boom terugkantelt en de zaagketting
vastzet, stop dan het zagen voordat de zaagsnede is
voltooid en open met behulp van wiggen de zaagsnede en
laat de boom in de gewenste richting vallen. Haal, wanneer
de boom begint te vallen de kettingzaag uit te zaagsnede,
stop de motor, leg de kettingzaag neer en volg de geplande
De kettingrem inschakelen (Afb.K)
Uw kettingzaag is voorzien van een remsysteem voor de ketting,
dat de ketting snel tot stilstand brengt in geval vanterugslag.
1. Verwijder de accu uit hetgereedschap.
2. U kunt de kettingrem inschakelen door de kettingrem/
voorste handbeschermkap
3
naar voren te duwen tot
dezevastklikt.
3. Trek de kettingrem / voorste handbeschermkap
3
naar
de voorste handgreep
13
toe in de stand ‘Set’, zoals wordt
getoond in AfbeeldingK.
4. Het gereedschap is nu klaar voorgebruik.
OPMERKING: Bij een terugslag komt uw linkerhand in
aanraking met de voorste beschermkap en drukt deze naar
voren in de richting van het werkstuk. Hierdoor komt het
gereedschap totstilstand.
De kettingrem testen (Afb.A, K)
Test de kettingrem voor ieder gebruik zodat u zeker weet dat de
rem goedwerkt.
1. Plaats het gereedschap op een vlak en stevig oppervlak.
Controleer of de zaagketting
5
ide ondergrond nietraakt.
2. Houd het gereedschap stevig met beide handen vast en
schakel de kettingzaagin.
3. Draai uw linkerhand naar voren rond de voorste
handgreep
13
zodat de achterzijde van uw hand met de
kettingrem/voorste handbeschermkap
3
in aanraking komt
en deze naar voren duwt, in de richting van het werkstuk.
De kettingzaag moet onmiddellijk tot stilstandkomen.
OPMERKING: Als de zaag niet onmiddellijk tot stilstand komt,
gebruik het gereedschap dan niet meer en breng het naar een
erkend servicecentrum bij u in debuurt.
WAARSCHUWING: Let er vooral op dat u de
kettingrem instelt, voordat u gaatzagen.
AAN/UITSCHAKELAAR AFB.J)
Zorg er altijd voor dat u stevig staat en pak de kettingzaag
stevig met beide handen vast met de duim in de vingers om bij
dehandgrepen.
1. Om de eenheid in te schakelen, drukt u de
ontgrendelingshendel
2
in die wordt getoond in Afb.J,
en activeert u de aan/uit-schakelaar
1
. Wanneer het
gereedschap eenmaal werkt, kunt u de hendel voor de
vergrendeling in de Uit-standloslaten.
2. U houdt het gereedschap in werking door de Aan/
Uit-schakelaar ingedrukt te houden. U kunt het gereedschap
uitschakelen door de Aan/Uit-schakelaar los telaten.
OPMERKING: Als te veel kracht wordt toegepast tijdens het
maken van een zaagsnede, schakelt de zaag zichzelf uit. Om
de zaag opnieuw te starten, moet u de aan/uit-schakelaar
1
loslaten, voordat de zaag opnieuw wil starten. Voer uw
zaagsnede nu uit met minder kracht. Laat de zaag op eigen
snelheidwerken.
WAARSCHUWING: Probeer nooit een schakelaar in
de stand ON tevergrendelen.