60
NEDERLANDS
8. Onthoud het gebruik van de duwstok
19
als u dicht bij het zaagblad in de buurtkomt.
9. Nadat de snede is voltooid schakelt u de machine uit, laat u het zaagblad tot stilstand
komen en verwijdert u hetwerkstuk.
WAARSCHUWING: Druk nooit op de vrije of afgesneden kant van het werkstuk en houd
dit ook nietvast.
WAARSCHUWING: Gebruik altijd een duwstok als u kleine werkstukkensplijt.
Schuine sneden (Afb. Y)
1. Laat de klemhendel voor schuine hoeken vrijkomen en stel het zaagblad in op de
gewenstehoek.
2. Om te voorkomen dat materiaal vastloopt tussen het zaagblad en de geleider, plaatst u de
geleider aan de linkerzijde van hetzaagblad.
3. Ga verder als bij verticaalsplijten.
Versteksneden (Afb. Z1–Z3)
1. Om de verstekzaaggeleider aan te passen, draait u de borgmoer van de stopschroef
76
los en schroeft u de stop
72
naar binnen of buiten totdat de verstekzaagindicator 0º
aanwijst (Afb. Z1).
2. Stel de hoogte en hoek van het zaagbladin.
3. Steek de schuifbalk
73
van de verstekzaaggeleider in de groef
74
die zich aan de
linkerzijde van de tafel bevindt (Afb. Z2).
4. Maakt de vergrendelingknop van de verstekzaag
75
los en draai de geleider om de schaal
van de gewenste hoek in te stellen (Afb. Z3).
5. Maak de vergrendelingknop van de verstekzaag
75
vast.
6. Plaats het werkstuk tegen het platte oppervlak van de verstekzaaggeleider. Schakel
de machine aan en schuif terwijl u het werkstuk stevig vasthoudt de geleider langs de
groef om het werkstuk naar het zaagblad te geleiden. Als de snede is voltooid wordt
automatischuitgeschakeld.
Geleiderstanden, zaagbankmodus (Afb. AA)
• Voor het splijten van dun materiaal gebruikt u het 11mm profiel van de dubbele hoogte
parallelgeleider en plaats u de geleider tegenover de voorste rand van hetsplijtmes.
• Voor het splijten van dikker materiaal gebruikt u het 62 mm profiel van de dubbele
hoogteparallelgeleider.
• Bij het maken van een dwarsdoorsnede bij smalle en korte werkstukken (Afb. AA):
- Pas de parallelgeleider aan waarbij het lage profiel gericht is op het zaagblad
en installeer de achterkant van de geleider op een lijn met de beginrand van
hetzaagblad.
- Plaats het werkstuk tegen de verstekzaaggeleider (op 0º of 90º) en druk tegen de
verstekzaaggeleider om de snede temaken.
- Om te voorkomen dat afgesneden gedeelten het zaagblad blokkeren, legt u een tapse
rij timmerhout neer en klemt u dit aan de achterste rand van de werktafel, voldoende
dicht bij de rechterzijde van het zaagblad, zodat successievelijk afgesneden stukken
automatisch naar rechtsvallen.
• Voor het splijten van smalle (< 120 mm) en lange werkstukken:
- Plaats de geleider in de meest achterste positie om precisie tijdens lange sneden
tewaarborgen.
- Druk het werkstuk met beide handen (één aan iedere kant van het zaagblad).
- Gebruik een duwstok als u dicht bij het zaagbladkomt.
- Ondersteun lange werkstukken op de plaats waar ze de machine weerverlaten.
• Voor het splijten van bredere (> 120 mm) werkstukken:
- Pas de geleider in voorwaartse richting aan zoals afgebeeld in figuur W als het
materiaal dat wordt gesneden de neiging heeft vast te gaan zitten tussen het zaagblad
of het splijtmes en degeleider.
Optionele aanvullende onderdelen
WAARSCHUWING: Haal voordat u enig accessoire monteert altijd eerst de stekker uit
hetstopcontact.
WAARSCHUWING: Aangezien accessoires die niet door
zijn aangeboden niet
met dit product zijn getest, kan het gebruik van dergelijke accessoires met dit gereedschap
gevaarlijk zijn. Om het risico op letsel te verminderen dient u uitsluitend door
aanbevolen accessoires met dit product tegebruiken.
Stofverwijderingskit (Afb. A, E)
Deze machine is voorzien van drie punten voor stofafzuiging waarvan er een in de
verstekzaagstand kan worden gebruikt en twee in dezaagbankstand.
• Sluit als u hout zaagt altijd een stofverwijderingsapparaat aan dat is ontworpen in
overeenstemming met de relevante regelgeving omtrentstofemissie.
WAARSCHUWING: Sluit, wanneer dat maar mogelijk is, een toestel voor stofafzuiging
aan dat is ontworpen in overeenstemming met de relevante voorschriften
voorstofemissie.
Sluit een toestel voor stofafzuiging aan dat is ontworpen volgens de geldende voorschriften.
De luchtsnelheid van extern aangesloten systemen moeten 20 m/s +/- 2 m/s zijn. De snelheid
moet worden gemeten in de aansluitbuis op het aansluitpunt, terwijl het gereedschap is
aangesloten maar nietwerkt.
Een apart stofpakket
36
is als optie verkrijgbaar (DE3500)
1. Monteer de stofafzuigingbuis op de zuigmonden; de langste buis op de
bovenstezuigmond.
2. Sluit de slangen aan op dedriewegconnector.
Aansluiten - verstekzaagstand
1. Sluit één slang aan op de beveiliging van deondertafel.
2. Sluit één slang aan op de kleine diameteruitgang en één op de grote diameteruitgang met
behulp van de desbetreffendebuizen.
3. Sluit de slangen op de driewegs connectoraan.
4. Sluit de enkele uitgang van de driewegs connector aan op de slang van
hetstofverwijderingsapparaat.
Aansluiten - zaagbankpositie
1. Sluit één slang aan op de uitgang met de kleine diameter en één op de uitgang met de
grote diameter en gebruik hiervoor de bijbehorendeaansluitmonden.
2. Sluit de middelste opening van de 3-wegconnectoraf.
3. Sluit beide slangen aan op de buitensteuitgangen.
Verstekzaag extra steun/lengtestop (Afb. C)
De extra steun en lengtestop kunnen worden gemonteerd aan de linker- of rechterzijde, of
twee sets aan beidezijden.
1. Bevestig de items
30
–
34
op de tweede geleiderails
31
.
2. Gebruik de verstelbare beugel
33
voor het afkorten van 210 mm brede platen
(15mmdik).
Zijuitbreiding tafel (Afb. D)
Deze zijuitbreiding tafel
35
vergroot de afstand van de splijtgeleider naar het zaagblad tot 600
mm of meer, afhankelijk van de staaflengte die aan de machine is bevestigd en de geklemde
stand van de tafel. De zijuitbreiding tafel met worden gebruikt samen met geleiderails
31
(accessoire).
De verstelbare tafel is voorzien van een ingegraveerde schaalverdeling aan de voorste rand en
is gemonteerd op een stevig onderstel met klemmen aan degeleidestangen.
• Bevestig de uitbreidingstafel aan de rechterkant van de machine voor continuïteit van de
afstandsschaal op beidetafels.
Transporteren
WAARSCHUWING: Transporteer de machine altijd in de zaagbankmodus met de
bovenste zaagbladbeschermingaangebracht.
• Verwijder depoten.
WAARSCHUWING: Draag de machine altijd aan de handgrepen (Afb. A;
15
) en vraag
iemand u te helpen. Misschien steekt de machine te wijd uit en is hanteren door één
persoon nietmogelijk.
ONDERHOUD
Uw
gereedschap op stroom is ontworpen om gedurende een lange tijdsperiode te
functioneren met een minimum aan onderhoud. Het continu naar bevrediging functioneren
hangt af van de juiste zorg voor het gereedschap en regelmatigschoonmaken.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te verminderen schakelt u het
apparaat uit en sluit u de stroombron van de machine af voordat u accessoires
installeert of verwijdert, voordat u instellingen aanpast of wijzigt, of als u
reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat.
Het onbedoeld opstarten kan letselveroorzaken.
Smering
De lagers van de motor zijn voorgesmeerd enwaterdicht.
• Olie regelmatig het draagoppervlak van de draaitafel licht, daar waar het glijdt over de
punt van de vastetafel.
• Maak de onderdelen die blootstaan aan de opeenhoping van zaagsel of splinters
regelmatig schoon met een drogeborstel.
Reiniging
WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof uit de hoofdbehuizing met droge lucht, zo
vaak u ziet dat vuil zich in en rond de luchtopeningen ophoopt. Draag goedgekeurde
oogbescherming en een goedgekeurd stofmasker als u deze procedureuitvoert.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere bijtende chemicaliën voor
het reinigen van niet-metalen onderdelen van het gereedschap. Deze chemicaliën kunnen
het materiaal dat in deze onderdelen is gebruikt verzwakken. Gebruik een doek die
uitsluitend met water en milde zeep is bevochtigd. Zorg dat er nooit enige vloeistof in het
gereedschap komt; dompel nooit enig onderdeel van het gereedschap in eenvloeistof.
WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te verkleinen, regelmatig de
bovenzijde van detafel.
WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te verkleinen, regelmatig
hetstofverzamelsysteem.
Controleer vóór gebruik zorgvuldig de bovenste beschermkap van het zaagblad, de
beweegbare onderste beschermkap van het zaagblad en ook de stofafzuigbuis om vast te
stellen dat zij goed zullen functioneren. Zorg ervoor dat spaanders, stof of een deel van het
werkstuk niet kunnen leiden tot blokkering van één van defuncties.
Als delen van het werkstuk zijn vastelopen tussen het zaagblad en de beschermkappen, trek
de stekker van het netsnoer van de machine dan uit het stopcontact en volg de instructies
die worden gegeven in het hoofdstuk Het zaagblad monteren. Verwijder de vastgelopen
gedeelten en monteer het zaagbladopnieuw.