NL
DUTCH
11
Gefeliciteerd met de aankoop van
uw Elite trainer
Controleer of alle volgende onderdelen aanwezig
zijn:
1 Weerstandsunit
0OEFSEFMFO[BLKFNFU
*OCVTTMFVUFM
2 M6 bouten
0OEFSMFHSJOHFO.
1 Bedieningshendel (ref. A)
1 Riempje (ref. B)
1 Stuurhouder (ref. C)
1 Stuurbevestigingshouder (ref. D)
1 Schroef (ref. E)
1 Stuurbescherming (ref. F)
1 Antislip rubber (ref. G)
INLEIDING
*TFFO SPMXBBSNFFIFU NPHFMJKLJT PNEPFMUSFG-
fend en eenvoudig te trainen en te helpen om de
eigen prestaties te verbeteren.
Dankzij de bedieningshendel is het mogelijk om
op elk moment het weerstandsniveau in te stellen
en de training op die manier aan de persoonlijke
eisen aan te passen.
De bedieningshendel is een sequentiële keuze-
schakelaar waarmee de weerstand eenvoudig en
intuïtief veranderd kan worden door een keuze te
maken uit 8 verschillende instelbare niveaus.
De bedieningshendel is zo ontwikkeld dat deze
op alle soorten fietssturen gemonteerd kan wor-
den; bovendien kan de hendel dankzij twee
adapters die voorhanden zijn zowel op het stuur
als op de stuurbevestiging gemonteerd worden.
BELANGRIJK
t5JKEFOTIFUHFCSVJLWBOEFUSBJOFSOJFUSFNNFO
hierdoor worden de rol en de band onherstelbaar
beschadigd
t%FXFFSTUBOETFFOIFJEXPSEUUJKEFOTIFUHFCSV-
ik behoorlijk heet
t8BDIU UPUEBUEF[F BGHFLPFMEJTWPPSEBU VIFU
vliegwiel aanraakt
MONTAGE VAN DE EENHEID
t 8FFSTUBOETVOJUNFUSPMNN
t 4UFFLEFOFUWPFEJOHJOIFUTUPQDPOUBDUFOEF
stekkerverbinding in de weerstandseenheid.
MONTAGE VAN DE
BEDIENINGSHENDEL
De bedieningshendel (ref. A) kan zowel op het
stuur als op de stuurbevestiging gemonteerd
worden.
t .POUBHFPQIFUTUVVS.POUFFSEFTUVVSIPVEFS
(ref. C) aan de bedieningshendel (ref. A) (fig. 1 en
bevestig de houder met de schroef (ref. E) aan de
hendel (fig. 2 en 3).
!!LET OP!!
Breng bij sturen met tape de stuurbescherming
(ref. F) op de stuurhouder (ref. C) aan, voordat u
de bedieningshendel (ref. A) op het stuur monte-
ert (fig. 4).
t-BBUIFUSJFNQKFSFG#EPPSIFUTQFDJBMFHBUJO
de stuurhouder (ref. C) lopen (fig. 5 en 6).
Breng bij sturen zonder tape het antislip rubber
(ref. G) op het riempje (ref. B) (fig. 7) aan; laat het
riempje (ref. B) door het gat in de stuurhouder
(ref. C) lopen (fig. 8) en steek het lipje van het
riempje (ref. B) in de inkeping in het antislip rub-