SmartBox® 1 / SmartBox® 2 / SmartBox® 3
4 / 16 Apparaat Nr. 28 100 59 d
Pos: 34 /Anleitungen A5/ Elektronik/Smar tbox/1+2+3/Anschlu ss Relaiskontakte SB2+ 3 @ 0\mod_1305103696387 _610.docx @ 12340 @ @ 1
Aansluiting relaiscontacten aan de indicator SmartBox
®
2 en SmartBox
®
3
De indicator SmarBox
®
2 beschikt over twee relais voor de aansluiting van externe
stuurstroomcircuits of voor het aansturen van externe alarm- of meetsonden.
Indien het apparaat uitvalt en bij vulstand (of optioneel temperatuur) boven de gekozen
grenswaarde, zijn de contacten van de relaisklemmen 7 + 8 en 9 + 10 gesloten respectievelijk
9 + 10 en 8 + 9 geopend - zie opdruk printplaat in het apparaat.
Schakelspanning maximaal 250 V AC
Schakelstroom maximaal 3,5 A
Schakelcontact normaal geopend (NO) normaal gesloten (NC)
Relais 1
klemmen 5 + 6 klemmen 6 + 7
alleen voor SmartBox 2
Relais 2
klemmen 8 + 9 klemmen 9 + 10
voor SmartBox 2+3
Pos: 35 /Anleitungen A5/ Elektronik/Smar tbox/1+2+3/Anschlu ss Schnittstelle zu SB 4+ 5+PC @ 0\mod_130510404623 9_610.docx @ 12355 @ @ 1
Aansluiting interface naar SmartBox
®
4, SmartBox
®
5 of PC-set
De meetwaarden kunnen via de geïntegreerde interface “SERIAL LINK OUTPUT“ klemmen
3 + 4 naar een SmartBox
®
4, SmartBox
®
5 of PC-set worden overgedragen.
Pos: 36 /Anleitungen A5/ Elektronik/Smar tbox/Inbetriebnah me @ 0\mod_1305106534717 _610.docx @ 12385 @ @ 1
INBEDRIJFSTELLING
Bedienelementen en display
Het apparaat wordt eenmalig ingesteld tijdens de inbedrijfstelling. Na de inbedrijfstelling werkt
het apparaat in de indicatiemodus met gesloten deksel. De indicatie gebeurt vanaf versie
V4.xx op een LCD-display met 2 x 16 tekens. Het display heeft een groene
achtergrondverlichting voor een goede leesbaarheid bij alle lichtverhoudingen.
Pos: 37 /Anleitungen A5/ Elektronik/Smar tbox/1+2+3/Inbetri ebnahme Display 1+2+ 3 @ 1\mod_1307617064119_610. docx @ 15105 @ @ 1
SmartBox
®
1/2/3 geeft de volgende indicatie:
De instelling van het apparaat gebeurt met de drie
kleine blauwe toetsen:
[MINUS] [PLUS] [ENTER]
Deze bevinden zich op het moederbord tussen de
aansluitklemmen.
In menustap 18. Taal+naam kan een taal (Duits,
Engels, Francais) geselecteerd worden (zie
bladzijde 11).
Nadat de montage is afgesloten volgt de
inbedrijfstelling van de indicator.
Vóór begin van de programmering de gegevens van de tank opnemen en de waarden in de
rechtse kolom Ingegeven waarde van de tabel noteren en vervolgens bij de afzonderlijke
stappen van de programmering ingeven. Alternatief kan het programmeren ook aan de hand
van de bijgevoegde Beknopte handleiding worden uitgevoerd.
Pos: 38 /Anleitungen A5/ Elektronik/Smar tbox/Einstellung Par ameter @ 0\mod_130511112 0026_610.docx @ 12400 @ @ 1
Instellen van een
parameter:
Met ENTER de instelmodus oproepen.
Met PLUS de gewenste in te stellen parameter kiezen.
Met ENTER de gekozen waarde voor de parameter oproepen.
Met PLUS/MINUS de waarde instellen en met ENTER in het geheugen
opslaan.
De instelmodus
verlaten:
De instelmodus kan op ieder moment worden verlaten.
Daartoe stap “8. Exit“ kiezen en ENTER drukken
voert terug naar de normale indicatiemodus.
Pos: 39 /---Seitenumbruch A5--- @ 0\mod_1297265391854_0. docx @ 3176 @ @ 1
Vloeistof
iter Procent