EasyManua.ls Logo

Hitachi RPI-16.0FSN3PE - Page 78

Hitachi RPI-16.0FSN3PE
106 pages
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
3.1 DE UNIT INSTALLEREN
Eerste controle
Houd bij de installatie van de binnenunit voldoende vrij ruimte
over voor onderhoudswerken en let goed op de installatierich-
ting van de leidingen, de bedrading etc., zoals in de volgende
afbeelding.
(mm)
3.1.1 Installatie
De unit ophangen
Plaats de stropbouten (4 x M10 of groter wordt aanbevolen) en
hang de binnenunit op met behulp van de volgende stappen:
1 Haak de onderset ophangbeugel aan de moer en ring van
elke stropbout, zoals weergegeven, en begin daarbij vanaf
één kant.
2 Controleer of de moer en ring juist zijn vastgezet met de klem-
men van de ophangbeugel en haak de bovenzijde van de op-
hangbeugel (onderaan de unit) vast met een andere moer en
ring, zoals hieronder weergegeven.
3 Haak de bovenste beugel vast om het totale gewicht van de
unit te dragen door de moeren en ringen van de haken vast
te draaien.
Stropbout
Sluitring
Moer
Ophangbeu-
gel
LET OP
Om het totale gewicht van de unit correct te verdelen over de
ophangbeugel moet de unit met 8 haken worden vastgehaakt.
Niveau van het aftapreservoir
- Controleer of de basis vlak is, en houd daarbij rekening
met de maximale hellingshoek van de basis.
Vooraanzicht
5 mm
- De unit moet zo worden geïnstalleerd, dat de kant van
het aftapreservoir van de unit iets (circa 5 mm) lager ligt
dan de tegenoverliggende kant, om te voorkomen dat het
aftapreservoir in een verkeerde stand komt.
- Draai de moeren van de ophangbouten met de ophang-
beugels vast nadat u de benodigde aanpassingen hebt
uitgevoerd.
- Breng speciale plastic verf aan op de bouten en moeren
om te voorkomen dat deze losraken.
- Bevestig de slang aan de aftapslang met behulp van plak-
band en de meegeleverde klem. De aftapslang moet wor-
den aangelegd met een neerwaartse hellingsfactor van
1/25 tot 1/100.
OPMERKING
Houd tijdens de installatie de unit en de betreffende apparatuur
bedekt met de vinyl afdekking.
3.1.2 Niet-meegeleverde leiding verbinden en
aanzuigluchtlter onderhouden
Installatie niet-meegeleverde leiding
Luchtafvoer
Luchtafvoer
Afb. 1
Afb. 2
Luchtinlaat
Luchtinlaat
Luchtlter
(meegeleverd)
Geïsoleerde leiding
(op de buitenzijde van
de enzen geplaatst)
Luchtlter
(meegeleverd of aan-
gepaste fabriekslter)
Plaatsing van exibele
leiding (rubber of mate-
riaal op textielbasis)
Bevestig de exibele luchtleiding op de externe vlakken van de unit-
enzen (de unit is hiervoor uitgerust met meegeleverde enzen).
Wij raden aan een exibel (niet-meegeleverd) leidingstuk te ge-
bruiken, om abnormale geluiden en trillingen te voorkomen.
RPI-units worden geleverd met een standaardluchtlter aan de
aanzuigkant. Dit lter wordt gebruikt als er geen aanzuigleiding
aanwezig is (of als de leiding heel kort is).
De volgende aanwijzingen worden, afhankelijk van de installatie,
aanbevolen.
Gebruik het standaardluchtlter als er geen aanzuigleiding
aanwezig is (afb. 1).
Bij gebruik van een aanzuigleiding is het raadzaam om een
luchtlter bij de inlaat van de aanzuigleiding aan te brengen
en het standaardluchtlter van de unit te verwijderen (afb. 2).
74
PMML0323A rev.2 - 06/2014
3 De units installeren

Related product manuals