Het aanzuigluchtlter onderhouden
De werkzaamheden voor de installatie van het lter moeten vanaf de onderkant van de unit worden uitgevoerd.
Verwijder de houder van het lter (x2 schroeven per houder) en trek het lter er met de handgreep uit.
Als er weinig vrije ruimte beschikbaar is, kunt u het lter (in drie stukken) vouwen wanneer u het eruit trekt.
Richting voor verwijderen
van luchtlterhouder
Luchtlter
3.1.3 Prestatiecurve van de ventilator
RPI-16.0FSN3PE RPI-20.0FSN3PE
Externe statische druk (Pa)
Luchtstroom (m
3
/min) Luchtstroom (m
3
/min)
Statische druk ventilatorsnelheid Hoog Middelhoog Laag
HSD (Standaard fabrieksinstelling) v1 v1 v3
LSP v2 v2 v4
HSD: hoge statische druk
LSD: Lage statische druk
OPMERKING
• Wanneer u een leiding ontwerpt, moet u controleren of het luchtvolume binnen het bedrijfsbereik valt dat is aangegeven in de
"Prestatiecurve van de ventilator".
• Als het luchtvolume is ingesteld op een waarde buiten het bedrijfsbereik, kan water overlopen (op het plafond of op de vloer), meer ge-
luid ontstaan, de motor van de ventilator beschadigd raken (hoge temperatuur) of onvoldoende koel-/verwarmingscapaciteit optreden.
• Ontwerp daarom de juiste leidingen en selecteer de juiste ventilatorsnelheid om ervoor te zorgen dat de unit werkt binnen het
geaccepteerde bedrijfsbereik.
3.1.4 De statische druk instellen
De RPI-units worden geleverd met twee statische drukniveaus, waarbij de instelling afhankelijk is van de installatievereisten:
Hoge (standaardinstelling) en lage statische drukaansluitingen zijn beschikbaar in de elektrische kast.
Om de statische druk in te stellen, dient u de aansluiting van de ventilatie-installatie te wijzigen.
LET OP
Op beide units moet dezelfde druk worden ingesteld. (Er zijn 2 elektrische boxen, dus in beiden moet de aansluiting worden gewijzigd.)
75
To Next Page
Loading...
