EasyManua.ls Logo

Husqvarna 240i - Page 202

Husqvarna 240i
776 pages
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
Houd de zaagtanden goed geslepen. Volg de
instructies en gebruik de aanbevolen vijlmal. Een
beschadigde of verkeerd geslepen zaagketting
vergroot de kans op ongevallen.
(Fig. 46)
Zorg voor de correcte tanddiepte. Volg de instructies
en gebruik de aanbevolen instelling voor de vijlmal.
Als de tanddiepte te groot is, vergroot dit de kans op
terugslag.
(Fig. 47)
Zorg dat de zaagketting de juiste spanning heeft. Als
de zaagketting niet strak tegen het zaagblad loopt,
kan de zaagketting van het zaagblad lopen. Een
verkeerde kettingspanning zorgt voor overmatige
slijtage van het zaagblad, de zaagketting en het
kettingaandrijfwiel. Zie
Accessoires op pagina 216
.
(Fig. 48)
Voer regelmatig onderhoud uit op de snijuitrusting en
houd deze goed gesmeerd. Bij onvoldoende smering
van de zaagketting is de kans op slijtage van het
zaagblad, de zaagketting en het kettingaandrijfwiel
groter.
(Fig. 49)
Montage
De geleider en zaagketting monteren
(met zaagbladknop)
WAARSCHUWING: Verwijder altijd
de accu voordat u het product monteert of
onderhoudt.
1. Schakel de kettingrem uit. (Fig. 50)
2. Draai de knop los en verwijder de afdekking van het
kettingaandrijfwiel en de transportbescherming (A).
(Fig. 51)
3. Plaats de geleider bovenop de geleiderbout. Duw
de geleider volledig in de achterste positie. Til
de zaagketting boven het kettingaandrijfwiel en
positioneer de ketting in de groef van de geleider.
Begin aan de bovenzijde van de geleider.
4. Zorg dat de snijkanten van de zaagschakels op de
bovenrand van het zaagblad naar voren wijzen. (Fig.
52)
5. Monteer de afdekking van het aandrijfkettingwiel en
breng de stelpen van de kettingspanner aan in de
uitsparing van de geleider.
6. Controleer of de aandrijfschakels van de zaagketting
correct aanliggen op het kettingaandrijfwiel.
7. Controleer of de zaagketting correct is
gepositioneerd in de groef op de geleider.
8. Span de zaagketting. Zie
Onderhoud op pagina 209
voor instructies.
9. Draai de zaagbladknop vast.
De geleider en zaagketting monteren
(met zaagbladbout)
WAARSCHUWING:
Verwijder altijd
de accu voordat u het product monteert of
onderhoudt.
1. Schakel de kettingrem uit. (Fig. 50)
2. Draai de zaagbladmoer los en verwijder de
afdekking van het kettingaandrijfwiel. (Fig. 53)
3. Plaats de geleider bovenop de geleiderbout. Duw
de geleider volledig in de achterste positie. Til
de zaagketting boven het kettingaandrijfwiel en
positioneer de ketting in de groef van de geleider.
Begin aan de bovenzijde van de geleider.
4. Zorg dat de snijkanten van de zaagschakels op de
bovenrand van het zaagblad naar voren wijzen. (Fig.
52)
5. Monteer de afdekking van het aandrijfkettingwiel en
breng de stelpen van de kettingspanner aan in de
uitsparing van de geleider.
6. Controleer of de aandrijfschakels van de zaagketting
correct aanliggen op het kettingaandrijfwiel.
7. Controleer of de zaagketting correct is
gepositioneerd in de groef op de geleider.
8. Draai de moer van het zaagblad met de hand vast.
9. Zet de zaagketting vast. Zie
Onderhoud op pagina
209
voor instructies.
De acculader aan de wand bevestigen
OPGELET: Gebruik geen elektrische
schroevendraaier om de acculader aan
de wand te bevestigen. Een elektrische
schroevendraaier kan de acculader
beschadigen.
1. Bevestig de acculader met de 2 schroeven (B) aan
de wand. Gebruik wandpluggen (A) indien nodig.
(Fig. 54)
2. Plaats de 2 schroefgatpluggen (C).
3. Sluit de voedingskabel aan op de acculader en een
stopcontact.
202
1951 - 001 - 23.09.2022

Table of Contents

Related product manuals