NL
Zorgen dat de be- en ontluchtingsopeningen (9) vrij van
zwevende en vaste stoffen zijn, eventueel reinigen.
Terugslagklep (1) demonteren en reinigen. Schroeven
(10) en (11) verwijderen en de terugslagklep (1) horizon-
taal uit de installatie schuiven.
Terugslagklep (1) weer monteren. Daarbij zorgen dat de
be- en ontluchtingsvoorziening (2) zoals afgebeeld in ver-
ticale positie staat.
Het deksel van de onderhoudsopening (5) sluiten.
Functiecontrole (zie "Functiecontrole", pagina 85) uitvoe-
ren.
90 / 112 Opvoerinstallatie/ Inbouw- en montagehandleiding 010-974
To Next Page
Loading...
