De scannerfunctie gebruiken
F-4
1
Nederlands
B
Druk op
{U}{T}
om
[
Netwerkinstellingen
]
te selecteren en druk op
{
OK
}
.
C Voer zo nodig een wachtwoord in
met de cijfertoetsen en druk op
{OK}.
D
Druk op
{U}{T}
om
[
IP-configuratie
]
te selecteren en druk op
{
OK
}
.
E Druk op {U}{T} om [DHCP
geactiveerd] te selecteren en
druk op {OK}.
F Druk op {U}{T} om [Uit] te
selecteren en druk op {OK}.
Bij de nieuwe instelling wordt een
“p” symbool weergegeven om
aan te geven dat de instelling werd
veranderd.
G Bevestig de instelling en druk op
{}.
H Druk op {U}{T} om [IP Adres] te
selecteren en druk op {OK}.
I Geef met de cijfertoetsen het IP-
adres van het apparaat op en druk
daarna op {OK}.
Druk op {U}{T} om van het ene
veld naar het andere te gaan.
J Bevestig de instelling en druk op
{}.
K Druk op {U}{T} om [Subnet
Masker] te selecteren en druk op
{OK}.
Het huidige subnetmasker wordt
weergegeven.
L
Als het subnetmasker niet het juiste
is, geeft u met de cijfertoetsen een
nieuw subnetmasker op en drukt u
daarna op
{
OK
}
.
Druk op {U}{T} om van het ene
veld naar het andere te gaan.
M Bevestig de instelling en druk op
{}.
N Druk op {U}{T} om [Gateway] te
selecteren en druk op {OK}.
Het huidige gateway-adres wordt
weergegeven.
O Geef zo nodig met de cijfertoetsen
een nieuw gateway-adres op en
druk daarna op {OK}.
Druk op {U}{T} om van het ene
veld naar het andere te gaan.
P Bevestig de instelling en druk op
{}.
Q Druk op {Wissen/Stop} om terug te
keren naar het beginscherm.
R Als u wordt gevraagd het apparaat
opnieuw op te starten, schakelt u
het apparaat uit en daarna weer
in.
S
Druk op de knop
{
Gebruikersinstellingen
}
.
T Druk op de toetsen {U}{T} om
[Rapporten afdrukken] te selecteren
en druk vervolgens op de toets
{OK}.
U
Druk op
{U}{T}
om
[
Configuratiepagina
]
te selecteren en druk op
{
OK
}
.
De configuratiepagina wordt
afgedrukt. De instelling van het IP-
adres staat onder “TCP/IP” op de
configuratiepagina.