Geheugen installeren
De computer beschikt over vier aansluitingen waarin u DIMM’s (dual inline
memory modules) kunt plaatsen.
Houd u bij het installeren van geheugenmodules van het type DDR2 aan de vol-
gende regels:
v Gebruik 1,8 V, 184-pens DDR2 SDRAM (double data rate 2 synchronous
dynamic random access memory).
v Gebruik een willekeurige combinatie van geheugenmodules van 256 MB, 512
MB, 1,0 GB, of 2.0 GB, tot een maximum van 8,0 GB.
U
installeert een geheugenmodule als volgt:
1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 20.
2. Kijk waar de geheugenaansluitingen zich bevinden. Zie “Onderdelen van de
systeemplaat” op pagina 24.
3. Open de klemmetjes.
4. Zorg ervoor dat uitsparing 1 van de geheugenmodule lijnt met de punt 2
op de systeemplaat. Druk de geheugenmodule recht omlaag in de aansluiting
tot de klemmetjes op hun plaats vallen.
Volgende stappen:
v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende
gedeelte.
v Ga naar “Kap terugplaatsen en kabels aansluiten” op pagina 35.
Hoofdstuk 3. Opties installeren 25