Opmerking: Op bepaalde modellen kunt u op de Esc-toets drukken om Res-
cue and Recovery te openen.
5. Kies in het werkgebied van Rescue and Recovery Diagnoseschijven maken.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm.
7. Als wordt gevraagd om een diskette, plaatst u een lege, geformatteerde dis-
kette
in het diskettestation en volgt u de verdere aanwijzingen op het scherm.
8. Zodra de bewerking klaar is, verwijdert u de diskette en klikt u op Afsluiten.
9. Plaats een volgende lege, geformatteerde diskette in het diskettestation en
volg de verdere aanwijzingen op het scherm.
10. Zodra de bewerking klaar is, verwijdert u de diskette en klikt u op Afsluiten.
Diagnoseprogramma uitvoeren vanaf CD of diskettes
Ga als volgt te werk om het diagnoseprogramma uit te voeren vanaf de door u
gemaakte diagnose-CD of diagnosediskettes:
1. Zorg dat de computer is uitgeschakeld.
2. Als u het diagnoseprogramma wilt uitvoeren vanaf diagnosediskettes in een
USB-diskettestation, sluit u dit station aan op de computer.
3. Plaats de CD in het optische station of plaats de eerste diagnosediskette in het
diskettestation.
4. Start de computer opnieuw op.
Opmerking:
Als het diagnoseprogramma niet wordt gestart, is uw optische
station of diskettestation mogelijk niet ingesteld als opstart-
apparaat. Zie “Een opstartapparaat selecteren” op pagina 47 voor
instructies over hoe u het opstartapparaat kunt wijzigen.
5. Zodra het diagnoseprogramma is gestart, volgt u de aanwijzingen op het
scherm.
Opmerking: Als u het diagnoseprogramma uitvoert vanaf diskette, verwijdert
u de eerste diskette en plaatst u de tweede diskette zodra u
daarom wordt gevraagd.
6. Zodra het programma klaar is, verwijdert u de CD of diskette uit het station.
7. Selecteer de diagnosetest die u wilt uitvoeren. Druk op de toets F1 als u aan-
vullende Help-informatie wenst.
Het diagnoseprogramma uitvoeren vanuit het werkgebied van
Rescue and Recovery
Als u nog geen diagnose-CD of diagnosediskettes had gemaakt, kunt u het
diagnoseprogramma PC-Doctor for DOS starten vanuit het werkgebied van Rescue
and Recovery. Ga als volgt te werk om het diagnoseprogramma uit te voeren van-
uit het werkgebied van Rescue and Recovery:
1. Sluit het besturingssysteem af en zet de computer uit.
2. Druk herhaaldelijk op de toets F11 terwijl u de computer aanzet.
3. Als u een geluidssignaal hoort of het logo-scherm ziet, laat u de F11-toets los.
Het scherm van IBM Rescue and Recovery verschijnt dan.
Opmerking: Op bepaalde modellen kunt u op de Esc-toets drukken om Rescue
and Recovery te openen.
4. In het werkgebied van Rescue and Recovery kiest u Hardwarediagnose.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm. De computer wordt opnieuw opgestart.
54 Handboek voor de gebruiker