1.SelecteerBootendrukopEnter.
UkunthetsubmenuBootgebruikenomdeopstartvolgordeoptegevendiewordtuitgevoerdalsude
computerinschakelt.Raadpleeg“SubmenuBoot”oppagina111.
2.Selecteerhetapparaatwaaropalseerstenaareenbesturingssysteemmoetwordengezocht.
3.DrukopFn+F10omdewijzigingenopteslaanenhetsysteemopnieuwoptestarten.
Omdeopstartvolgordetijdelijktewijzigen,zodathetsysteemopstartvanafeenanderstation,doetu
hetvolgende:
1.Zetdecomputeruit.
2.Zetdecomputeraan,wachttoterlinksonderophetschermeenberichtover“hetonderbrekenvande
normaleopstartprocedure,drukopEnter”wordtafgebeeldendrukopF12.
3.SelecteerhetapparaatwaaropalseersteuithetmenuBootnaareenbesturingssysteemmoetworden
gezocht.
Opmerking:HetmenuBootverschijnt,wanneerhetbesturingssysteemnietwerdgevondenofwanneer
decomputernietvaneenapparaatkanopstarten.
SubmenuBoot
Devolgendelijstmetdevolgordewaarinapparatenwordengestart,wordtaltijdafgebeeld.Delijstbevat
ookapparatendienietindecomputerzijngeïnstalleerdofnietopdecomputerzijnaangesloten.Voorelk
aangeslotenofgeïnstalleerdapparaatwordendegegevensnadedubbelepuntafgebeeld.
1.USBCD:
2.USBFDD:
3.ATAPICD0:
4.ATAPICD1:
5.ATAHDD2:
6.ATAHDD0:
7.ATAHDD1:
8.USBHDD:
9.PCILAN:
AndereoptiesinhetmenuStartup
DevolgendeitemswordenookweergegeveninhetmenuStartupvanhetprogrammaThinkPadSetup:
•NetworkBoot:GeefhetopstartapparaatmettopprioriteitaanvoorwanneerdecomputervanafLAN
wordtgestart.
•UEFI/LegacyBoot:Selecteersysteemopstartgeheugen.
•UEFI/LegacyBootPriority:SelecteereenprioriteitvoordeopstartoptietussenUEFIenLegacy.
•BootMode:Hiermeekuntudediagnosewerkstandbijopstartenin-enuitschakelen.
•OptionKeyDisplay:hiermeekuntuopgevenofhetberichtoverdeoptiesleutelbijhetopstartenvan
hetsysteemmoetwordenafgebeeld.
•BootdeviceListF12Option:hiermeekuntuopgevenofereenvervolgkeuzelijstmetopstartapparaten
moetwordenafgebeeld.
•BootOrderLock:Destandaardopstartprioriteitofaangepasteopstartprioriteitin-ofuitschakelen.
IndeonderstaandetabelwordtdeinhoudvanhetmenuStartupweergegeven.
Opmerkingen:
Hoofdstuk7.Geavanceerdeconguratie111